“Niet lullen, maar poetsen!”
Begin februari spraken we al met Richard de Mos, lijsttrekker van Code Oranje. Vandaag spreken we met zijn partijgenoot, Tanya Hoogwerf, kandidaat Kamerlid van Code Oranje en tevens raadslid van Leefbaar Rotterdam. Hoogwerf zit bij twee partijen wat vrij uitzonderlijk is en daarom spreken we haar vandaag over haar kandidaatschap voor Code Oranje, haar politieke mijlpalen en portefeuilles en tot slot heeft ze een boodschap voor de lezers.
Het is niet heel vreemd dat Tanya Hoogwerf in de politiek terecht is gekomen. Haar moeder, Ans Hartnagel, was namelijk oprichter van Leefbaar Capelle, nu nog steeds de grootste partij van Capelle. Volgens Hoogwerf zei haar moeder altijd al dat ze moe werd van de oude kliek, die alleen maar bezig is met zichzelf en vergeten waarom ze er echt zitten. Volgens Hoogwerf is er tientallen jaren een blinde vlek geweest voor de kloof die is ontstaan tussen de burger en de politiek. Met de opkomst van Pim Fortuyn, destijds lijsttrekker van Leefbaar Nederland, voelde ze echt een beweging opkomen. Deze beweging bracht volgens Hoogwerf de politiek naar waar het thuishoorde: bij de burger.
In het kader hiervan is Hoogwerf opzoek gegaan naar een partij die opnieuw het verschil zou kunnen maken. Voorheen heeft ze jaren in het bedrijfsleven gewerkt en is ze altijd commercieel actief geweest. Ze heeft daarom geprobeerd het nuchtere en pragmatische van het bedrijfsleven mee te nemen in de politiek. Zo is ze in 2014 begonnen als gemeenteraadslid bij Leefbaar Rotterdam. In deze rol is ze verantwoordelijk voor de portefeuilles integratie, radicalisering, onderwijs en seksueel en huiselijk geweld. Hierbij ligt haar focus op het vernieuwend blijven denken en agendastellend werken in plaats van agendavolgend te werken.
Tevens is ze partijlid van Code Oranje. Volgens haar is Code Oranje een partij waarbij het niet om de partij en haar belangen draait, maar om de burger en zijn belangen. Dit is te bereiken met hard werken en dat is daarom wat Code Oranje gaat doen. Hard werken, afrekenbaar zijn, herkenbaar zijn en vooral doen wat ze zeggen, aldus Hoogwerf.
U bent kandidaat voor Code Oranje. Hoe bent u daar terechtgekomen?
“In maart/april ben ik in gesprek geraakt met Richard de Mos, hij was toen net bezig met de plannen rondom Code Oranje. Ik kende Richard uiteraard al langer, maar dit was de eerste keer dat we echt bij elkaar hebben gezeten en er was meteen sprake van een goede match.
De manier waarop Richard in de wereld staat, de manier waarop hij kijkt naar wat politiek zou moeten zijn, slaat honderd procent aan op de manier waarop ik het zelf altijd heb willen doen. Richard noemt het ombudspolitiek en dat is eigenlijk het toverwoord. Dat was voor mij de aanleiding om te zeggen dat dit de club is waaraan ik mij wil verbinden. De club die in Den Haag gaat brengen wat we lokaal al langer deden.”
Wat heeft u in de lokale politiek bereikt?
“De afgelopen zeven jaar heb ik veel gedaan op het gebied van integratie en radicalisering en het bespreekbaar maken van deze onderwerpen. Ik heb verschillende initiatiefnota’s geschreven, moties ingediend en opiniestukken geschreven.
Ik heb ook een motie ingediend voor een convenant, tegen het affluiten van shariahuwelijken in moskeeën. Deze huwelijken zijn enorm slecht voor de posities van vrouwen. Het is een religieus huwelijk – dat niet door de wet wordt gesloten, maar door een imam – en is in de islamitische wereld net zo geldig is als een burgerlijk huwelijk. Een vrouw kan in een shariahuwelijk pas scheiden op het moment dat een man daar toestemming voor geeft, vrouwen worden dus gevangen in een huwelijk.
De gevolgen daarvan zijn groot, ook al ontsnapt een vrouw hier, ze kan nooit meer naar het land van herkomst als bijvoorbeeld een familielid overlijdt. Het kan zelfs zover gaan dat ze daar dan gewoon in een gevangenis terechtkomt, of erger zelfs. Dat is een verschrikkelijke positie voor vrouwen om zich in te bevinden en daarom hebben we ons daarvoor hard gemaakt. Dit heeft uiteindelijk geleid tot nieuw beleid in Rotterdam en daar zijn we erg trots op.
Verder heb ik ook veel gedaan voor huiselijk geweld. Onder andere de moord op drie jonge vrouwen in 2018. Het meest in het oog springend was de moord op een 16-jarig meisje door haar ex-vriend. Instanties hebben jarenlang gefaald om het kind bescherming te geven en dat heeft geresulteerd in haar dood. Dat het systeem faalde wist ik al langer, maar op basis van extern onderzoek, hebben we nu ook een beeld van wat er anders moet en dat wordt nu in gang gezet.
Ik zeg altijd: niet lullen maar poetsen. Zonder eigen initiatief blijven we in ganzenpas achter de ambtenarij aanlopen en verandert er helemaal niets.”
U heeft zich ook ingezet voor het sisverbod. Kunt u daar iets over vertellen?
“Ik heb in 2014 een voorstel ingediend om seksuele straatintimidatie in Rotterdam te beboeten. In eerste instantie is het sisverbod doorgekomen en heeft de rechter het aangehouden, echter later heeft de Hoge Raad er een streep doorheen getrokken. De Hoge Raad vond de vrijheid van meningsuiting van iemand die anderen intimideert belangrijker dan het recht van een vrouw om op straat te gaan. Dus die strijd is nog niet klaar, we zijn opnieuw begonnen om te kijken hoe we dat in Rotterdam in ieder geval voor elkaar kunnen krijgen. Want als we op Den Haag moeten wachten, dan kunnen we blijven wachten tot je een ons weegt.”
U houdt zich ook bezig met de aanpak van online seksueel overschrijdend gedrag. Kunt u daar iets over vertellen?
“Twee jaar gelden ben ik begonnen met het initiatiefvoorstel dat heeft geleid tot een filmpje om jonge mensen te waarschuwen voor met name online seksueel overschrijdend gedrag. Er zitten veel meisjes en jongens op dit moment achter hun computer en die slachtoffer worden van grooming. Dat zijn ouderen of loverboys die zich anders voordoen, die echt gespecialiseerd zijn om kinderen te manipuleren, wat vaak ertoe leidt dat kinderen naaktfoto’s van zichzelf versturen. Zodat deze kinderen vervolgens onder druk gezet kunnen worden en dat kan zover gaan dat ze geen uitweg meer zien en zichzelf van het leven beroven. Dat willen wij tegengaan, zeker nu wanneer kinderen meer dan ooit online zijn, omdat ze geïsoleerd zijn van de echte wereld. Tegenwoordig is er ook sprake van deepfake, waarbij een foto dusdanig wordt gemanipuleerd dat een geklede foto wordt omgezet naar een naaktfoto. Deze foto wordt vervolgens rondgestuurd op school een heeft dezelfde gevolgen als echte naaktfoto’s.
Onlangs heb ik een verhaal gehoord van een situatie die dusdanig is geëscaleerd dat iemand geen uitweg meer zag. Gelukkig bleef het bij een zelfmoordpoging, maar dat vind ik al ernstig genoeg. Heel veel ouders hebben geen idee wat er speelt, daarom moet het bespreekbaar worden gemaakt. In de volgende stap moeten we ervoor zorgen dat de politie en Justitie op kunnen treden als er iets voordoet.”
Wat wil u precies bereiken met Code Oranje als u gekozen wordt als Kamerlid?
“In Rotterdam zeggen we: niet de raad inbrengen maar de straat inbrengen. Het is zo ontzettend belangrijk dat de politiek teruggaat naar de basis en dat we beginnen met het dichten van de kloof tussen de politiek en de burger. Dat moeten we doen om het vertrouwen in de rechtsstaat te herstellen en te blijven behouden. Zonder dat kan een democratie niet bestaan en daar moeten we echt keihard voor aan het werk.
Er zijn diverse onderzoeken verschenen de afgelopen werken, waarin blijkt dat Nederlanders instituties niet meer vertrouwen en voor een vrij welvarend land als Nederland is dat een bloody shame. Daar moet wat aan gebeuren. In Rotterdam hebben we ons daar al mee bezig gehouden, maar dat willen we ook op landelijk niveau.”
Zijn er specifieke portefeuilles die u als Kamerlid wil invullen?
“Integratie en immigratie. We hebben nu dertig, veertig jaar lang gedweild met de kraan open. We moeten eerst die kraan dicht draaien voordat we aan de slag gaan. De kraan heeft open gestaan, terwijl er geen idee was wat de consequenties daarvan zijn. Voor de welvaart, woningbouw, veiligheid en het armoedebeleid heeft het wezenlijke consequenties gehad en we doen het nog steeds. Inmiddels weten we dat de gevolgen groot zijn, maar niemand heeft laten berekenen wat de consequenties zijn voor deze keuzes. Wij willen dat in kaart brengen: wat zijn de consequenties en wat kunnen we er tegenover zetten.”
Hoe zou u het vraagstuk immigratie willen aanpakken?
“We beginnen met het in beeld brengen van wat de gevolgen zijn geweest van de massa-immigratie en wat de gevolgen zijn op het moment dat je ervoor kiest om die kraan niet dicht te draaien. De hoeveelheid asielzoekers die nu binnenkomen – wat de omvang heeft van een middelgrote stad per jaar – kunnen we blijven toelaten, maar dan moeten we wel precies weten wat we daarmee realiseren voor de Nederlandse bevolking. Zo’n keuze met consequenties kun je voorleggen en dan vragen of dit is wat de bevolking wil. Als het antwoord nee is dan moeten daar ook afspraken over gemaakt worden.
Heel veel mensen hebben niks tegen de vluchtelingen die uit oorlogsgebieden komen, maar mensen zijn spuugzat van gelukzoekers die binnen komen. Als Nederland moet je op een gegeven moment zeggen: nu is het klaar, we trekken een streep. Daar is niks mis mee.”
Hoe denkt u over de Nederlandse culturen en de tradities en gebruiken die daarbij horen?
“Ik ben altijd voorstander geweest van het behoud van Nederlandse tradities en niet omdat we nu zo nodig een figuur als Zwarte Piet altijd zwart moeten behouden – het figuur Zwarte Piet is sinds de jaren 50 vanzelf al cultureel geëvolueerd – maar omdat het idee dat alles wat uit het verleden komt dat wellicht een fout heeft, wordt weggezet als racisme. Waarin de discussie zelfs zover gaat, dat zelfs de premier zegt dat Nederland een institutioneel racistisch land is. Ik denk dat dat verre van waar is, Nederland is nog steeds een uitermate vrij land en als je dat wil behouden, dan zul je moeten terugvallen op wat we gemeen hebben. Daar horen tradities en gebruiken bij.”
U heeft zich in Rotterdam ook beziggehouden met veiligheid. Zijn er dingen binnen het rechtssysteem dat u anders zou willen?
“Ik gaf eerder al het voorbeeld met de vrijheid van de rechter. Het is een wezenlijk probleem – we hebben het laten onderzoeken door de Erasmus Universiteit – dat ruim 80% van de vrouwen niet over straat durven te gaan, omdat ze zich geïntimideerd voelen. We hebben een soortgelijk onderzoek laten doen naar ervaringen met seksueel geweld tijdens het uitgaansleven en die geeft hetzelfde beeld. Ik vind het daarom onvoorstelbaar dat een rechter dan meer waarde hecht aan de vrijheid van meningsuiting dan een recht van een vrouw.”
Hoe kijkt u tegen het coronabeleid aan? En hoe zou Code Oranje dit oppakken?
“Corona is heel echt en veroorzaakt veel verdriet en leed. Tevens geeft het een grote druk op de zorgsector en maatregelen nemen om de zorgsector te ontlasten is voor iedereen duidelijk, maar de maatregelen moeten wel proportioneel en uit te leggen zijn. Er zijn zoveel ondernemers die hun hoofd net boven water kunnen houden en dan krijgen ze weer de volgende trap na, wat hun hoofd net een kopje onder water doet. Dat is niet uit te leggen, dus je moet allereerst keuzes maken die je kunt uitleggen. Daarnaast transparant zijn en mensen ook begrijpen.”
Er is ook veel bezuinigd op de zorg. Hoe ziet Code Oranje het zorgstelsel voor zich?
“We willen investeren in de zorg om dit soort situaties te voorkomen. Wat had je anders verwacht als je mensen dusdanig slecht betaald en wegbezuinigd? Er zijn een aantal beslissingen genomen die wij niet goed begrijpen, die moet je herstellen en daarvoor moet je investeren.
We willen ook van het eigen risico af. De invoer van het eigen risico heeft niet gezorgd voor een efficiënter, functionerende zorgstelsel, waarvoor het bedoeld was. We zien juist dat steeds meer mensen zorg gaan mijden en veel te laat aankloppen, omdat ze door het eigen risico in financiële problemen komen. Dat is onacceptabel in een land als Nederland, waar zorg voor iedereen even toegankelijk moet zijn.”
Heeft u ook een boodschap voor de lezers?
“Hou vertrouwen en ga stemmen. Ik hoor te veel mensen zeggen dat ze niet gaan stemmen, niet doen! Je hebt de kans om de boel te veranderen en daar moet je gebruik van maken.”