Interview Chrissy Stroobach
Mr. Chrissy Stroobach is al sinds 2006 werkzaam als advocaat in het strafrecht. Een baan die zij aanpakt vanuit haar eigen standpunt. Zowel grote als kleine zaken worden door haar behandeld met honderd procent inzet, bevlogenheid en juridische expertise. Een cliënt ziet zij niet als nummer, maar als belangrijk persoon die strafrecht op maat verdient. Om deze gedachte te waarborgen, staan transparantie en begrip hoog in het vaandel in de werkwijze van mr. Stroobach. Samen met haar collega’s bij Stroobach & Dijkers advocaten, heeft zij al vele zaken mogen behandelen. De zaak over Stichting Hells Angels Haarlem en de liquidatiezaak omtrent Mahmut Karaman zijn bekende voorbeelden.
Door haar ruime ervaring weet mr. Stroobach dat dit vak draait om het vertrouwen tussen cliënt en advocaat. Ze staat dan ook veelal bekend om haar investering in vertrouwen. Naast dit vertrouwen werkt Chrissy veel met creatieve oplossingen, om tot de beste uitkomst voor alle partijen te komen. Een welbekende uitspraak van haar is dan ook:
“Een goede strafrechtadvocaat denkt binnen de wettelijke kaders, maar outside the box.”
Hoe denkt u over slachtofferspreekrecht?
“Ik vind het belangrijk dat een slachtoffer een stem heeft en dus de mogelijkheid heeft om te zeggen wat er op het hart ligt tegen de dader. Daar zit, denk ik, ook meteen het probleem. Het is namelijk een verdachte en nog geen dader die slachtoffers mogen aanspreken. Ik ben er een voorstander van dat het slachtofferspreekrecht pas aan de orde komt op het moment dat daadwerkelijk vaststaat dat de verdachte ook schuldig is bevonden. Dat neemt niet weg dat ik heel goed snap dat mensen gebruik willen maken van het slachtofferspreekrecht, maar soms is het nog redelijk vroeg in het proces en vraag ik mij af of het wel het juiste moment is.”
Soms wordt in pleitnota’s aangevoerd dat zaken in de media zijn geweest en dit moet leiden tot strafvermindering. Hoe denkt u daarover?
“De media heeft, denk ik, niet altijd een positieve invloed op strafzaken. Daarnaast weet ik ook niet of het altijd verstandig is om als advocaat de media op te zoeken. Als advocaat doe ik dat alleen als de cliënt dat echt wil. Voor de verdachte is het in ieder geval meestal niet positief als de zaak door de media wordt gevolgd, bijvoorbeeld vanwege schending van zijn of haar privacy. Een verdachte die in de media komt, is voor zijn omgeving vaak wel herkenbaar. Ongeacht of ze werken met bepaalde initialen, of achternamen weglaten. Sommige verdachten willen daarom ook niet in gesprek gaan met de rechtbank als er pers in de zaal aanwezig is.
Daarnaast is het dan ook de vraag of het slachtoffer daar wat aan heeft. Ik merk namelijk dat de verdachte niet zijn hele hebben en houwen in de media uitgemeten wil hebben. Op het moment dat de pers zich ermee bezighoudt, zijn verdachten opeens veel terughoudender. Of ze zeggen helemaal niks meer, dat gebeurt ook, terwijl slachtoffers juist graag antwoorden willen en die krijgen ze dan niet. Dus de vraag is of dat bijdraagt aan een goede rechtsbedeling . De media heeft natuurlijk wel het recht om aanwezig te zijn, dus ik zeg niet dat het niet zou mogen. Maar als je mij vraagt wat voor effect het heeft, dan zeg ik dat het zeker niet altijd positief is.”
Er is veel op de sociale advocatuur bezuinigd. Hoe denkt u over die bezuinigingen in de sociale advocatuur?
“Ik vind het zorgelijk dat er zo is bezuinigd, omdat ik denk dat het onze goede rechtsbedeling in gevaar brengt. Er is natuurlijk niet alleen op de sociale advocatuur bezuinigd, maar ook op veiligheid en politie. Ik merk gewoon dat dat zijn tol begint te eisen.”
Heeft u met bepaalde zaken, zoals zaken waar geen vergoeding voor wordt verleend, ook wel eens dat deze verliesgevend zijn? Dus dat er zaken zijn die niet rendabel zijn?
“Ja, dat gebeurt, want er zijn mensen die niet in aanmerking komen voor vergoeding. Daarnaast zijn er ook situaties die niet voor rechtsbijstand in aanmerking komen. Bijvoorbeeld bij minderjarigen die op het bureau komen, of soms bij volwassenen. Dat is ook nog weleens een discussiepunt. Er zijn ook andere situaties die wel aanleiding geven tot rechtsbijstand, maar waar je geen vergoeding voor krijgt. Soms doe ik dat toch omdat ik medelijden heb met de klant of omdat ik het gevoel heb dat iets echt onrechtvaardig is en ik daar dan wat mee moet doen. Zo kunnen ook cliënten met een laag inkomen bij mij terecht.”
Denkt u dat er in de toekomst veel gaat veranderen in de advocatuur?
“Langzamerhand is er wel al iets aan het veranderen. Er zijn advocaten die niet meer willen werken in de advocatuur. Enerzijds vanwege de vergoeding, maar anderzijds ook omdat een advocaat vaak geen gelijke positie heeft. Ik weet niet precies welke woorden Fred Teeven heeft gebruikt, maar het kwam erop neer dat je vooral niet te veel tijd moet geven aan advocaten, dan wordt de verdediging ook niet zoveel. Als de staatssecretaris zulke uitlatingen doet, geeft dat wel aan hoe er door sommige mensen tegen advocaten aangekeken wordt.
Wat ons soms heel erg frustreert, is dat wij minutenlang met onze dossiers door de stromende regen moeten lopen, omdat we niet kunnen parkeren bij een gevangenis. Daar wordt namelijk geen rekening gehouden met parkeerplaatsen voor advocaten. Lunchen in de coronatijd? Kan niet: alles is dicht. Ook bij het politiebureau zijn er geen faciliteiten. Als er uitloop is van een zitting, zijn er te weinig ruimtes waar advocaten gewoon even kunnen gaan zitten en werken. We mogen bijna nooit iets zeggen over de planning en als we daar invloed op willen hebben, moeten we daar vaak veel moeite voor doen. Wanneer een spoedige behandeling van een zaak wenselijk is, dan heeft het OM mogelijkheden om snel een zitting te regelen en de rechtbank ook, maar wij als advocaten niet.
Het wil ook voorkomen dat je voor niets komt, omdat de cliënt niet is aangevoerd of omdat de zaak ineens niet doorgaat. De manier waarop advocaten behandeld worden en hoe er tegen ze aan wordt gekeken zijn allemaal redenen waarom advocaten ermee stoppen, tenminste dat hoor ik in mijn omgeving.
Er zijn natuurlijk onwijs veel goede sociaalrecht advocaten die deze maatschappij gewoon echt nodig heeft en daarom vind ik het extra jammer dat er in de media zoveel aandacht is voor de negatieve kanten van strafrecht.”
Hoe kijkt u eigenlijk aan tegen het Nederlandse drugsbeleid? Tegen het gedoogbeleid bijvoorbeeld?
“Ik vind het ietwat hypocriet. Aan de ene kant wordt er gezegd dat het niet bestraft wordt als je het voor handen hebt tot op een bepaalde hoeveelheid. Aan de andere kant worden mensen die het dit land binnensmokkelen keihard afgestraft en zo ook de mensen die een hennepplantage hebben. Ik heb me daar weleens van afgevraagd hoe het één zich tot het ander verhoudt. Gelukkig ga ik niet over de wetgeving en eerlijk gezegd als het allemaal verboden zou zijn, zou ik een stuk minder te doen hebben. Hetzelfde geldt voor wanneer alles gelegaliseerd zou worden.
Legalisatie op zich zou ik wel voor zijn. Alleen dat kun je denk ik niet doen als enige land in de wereld. Daarnaast denk ik dat er regulering aan te pas zou moeten komen, zodat bepaalde dingen alleen op recept te verkrijgen zijn en er toezicht is op het gebruik.”
Het is inderdaad een interessante discussie om te voeren, de legalisering en het verbieden van bepaalde dingen. CDA sprak bijvoorbeeld over het verbieden van prostitutie. Hoe denkt u daarover?
“Ik vind dat je mensenhandel vooral moet tegengaan, maar er zijn ook vrouwen die vrijwillig in de prostitutie werken. Waarom het werk van hen ontnemen omdat er een paar rotte appels tussen zitten, die dames dwingen tot dat soort werkzaamheden? De vrouwen die daartoe gedwongen worden, moeten uit die situatie worden geholpen en de mensen die hen daartoe dwingen moeten worden aangepakt. Ik zou alleen niet weten waarom we de prostitutie helemaal moeten zouden moeten verbieden. Dan wordt het probleem denk ik niet aangepakt.”
Wat vindt u het mooiste aan uw vak?
“Het mooiste aan mijn vak is als ik echt iets voor iemand kan betekenen. Ik heb bijvoorbeeld eens een vluchteling gehad, een dokter, die werd in het land van herkomst gedwongen om hele nare dingen te doen. Deze cliënt is uiteindelijk met een vals paspoort het land uit gevlucht en werd vervolgens aangehouden hier in Nederland, vanwege het valse paspoort. Het duurde heel lang totdat ik zijn vertrouwen had gewonnen en ik heb daar ook heel veel in geïnvesteerd, omdat ik het idee had dat er meer aan de hand was dan wat de man mij wilde vertellen. Uiteindelijk kwam er dus uit dat hij gevlucht was, wat hij allemaal had meegemaakt en ook wat hem te wachten stond als hij teruggestuurd zou worden. Toen heb ik een asielrechtadvocaat ingeschakeld die uiteindelijk asiel voor hem heeft aangevraagd en dat heeft hij gekregen. Deze man heeft zich uiteindelijk bij zijn zus kunnen voegen in een ander Europees land en is ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat er ook door het Hof werd ingezien dat deze man echt geen andere keuze had en dat wat hij moest doen in land van herkomst echt vreselijk was. Die man was mij ontzettend dankbaar. Deze zaak is mij heel erg bijgebleven, omdat die man er waarschijnlijk niet meer geweest was als hij wel teruggestuurd was destijds. Dat is dan toch wel leuk als je echt iets voor iemand hebt betekend.”
Heeft u ook weleens meegemaakt dat een cliënt schuldig bevonden werd, terwijl u overtuigd was van zijn of haar onschuld?
“Dit heb ik wel eens meegemaakt, maar je weet het natuurlijk nooit zeker, omdat ik er niet bij ben geweest. Er is één cliënt – die ik al heel lang ken – die volgens mij altijd eerlijk tegen mij is, die is veroordeeld voor het voorhanden hebben van tienduizend kilo hasj . Ik weet vrijwel zeker dat hij het niet heeft gedaan, maar er is ingeluisd door een medeverdachte. Het ging ook wel om een redelijk forse straf en dat was wel moeilijk om dat mee te maken. ”
Heeft dit dan ook invloed op uw vertrouwen in de rechters of op hoe u over de rechterlijke macht denkt?
“Nee, ik moet zeggen dat mijn gevoel betreft de rechterlijke macht vrij goed is. In Nederland hebben wij, denk ik, geen corrupt systeem. Rechters nemen over het algemeen vrij redelijke beslissingen, tuurlijk zit er wel eens iets tussen waar ik dan van baal, maar ik heb wel het idee dat de kwaliteit van de Nederlandse rechtspraak ten opzichte van andere landen niet slecht is. Naar mijn mening best wel goed zelfs. Fouten worden overal gemaakt maar net als in de medische wereld, of in de luchtvaart, heeft dat in het strafrecht alleen hele heftige consequenties.”
Wat vindt u van de ISD-maatregel?
“Om heel eerlijk te zijn denk ik niet dat ik ooit een cliënt heb gehad die beter uit die ISD is gekomen dan hij erin is gegaan. Er schijnen wel verhalen te zijn van mensen voor wie dat wel geldt. Ik kan me wel voorstellen dat iemand langer opgesloten wordt op den duur doordat hij zoveel overlast geeft. Alleen het hele idee van de ISD-maatregel is, naast beveiliging van de maatschappij, om ook wat van die persoon te maken en herhaling te voorkomen. Ik heb niet de indruk dat het geval is.”Ziet u bij jeugd-tbs en tbs met dwang cliënten veranderen van patiënt naar een volwaardig persoon in de samenleving?
“Ik maak onderscheid tussen jeugd-tbs en volwassen tbs en dat hangt ook echt af van de persoon en de stoornis. Er zijn mensen met psychiatrische stoornissen, maar ook mensen met persoonlijkheidsstoornissen. Dat is toch wel echt een heel andere groep. Mijn ervaring met jeugdigen is helaas dat deze vaak alleen maar heel erg verharden daarbinnen en nog veel meer een slechte kring om zich heen krijgen. Ik kan me best wel voorstellen dat het goed is om de jeugd op een bepaalde manier te behandelen, maar om ze nou samen in zo’n setting te zetten, vind ik niet de beste manier. Ik begrijp echter ook dat er veel financiële consequenties aan verbonden zijn als het individueler aangepakt zou worden.”
U ziet dus wel dat mensen bij tbs-klinieken er soms baat bij hebben?
“Ja, ik heb bijvoorbeeld mensen met tbs onder dwang, die schizofreen zijn en die medicatie nodig hadden, maar dat niet wisten. Zodra die mensen ingesteld zijn op medicatie, gaat het opeens veel beter met ze. Alleen er gaat al heel veel mis aan de voorkant, want vaak is het zo dat er in de omgeving al wel signalen zijn dat het niet goed gaat. Echter is zo enorm bezuinigd op de zorg de afgelopen jaren, dat ook het aanvragen van zorgmachtigingen lastig is, omdat het heel druk is in de zorg. Dat heeft er denk ik voor gezorgd dat veel mensen die hulp nodig hebben, het niet krijgen en uiteindelijk dan bij de justitie terecht komen.”
Hoe kijkt u tegen advocaten en cliënten aan die meewerken aan het Pieter Baan onderzoek?
“Cliënten zijn heel bang voor tbs. Onzekerheid is één van de meest vervelende dingen voor cliënten in strafrecht. Ze weten niet hoe lang ze blijven zitten, wat voor eis er gaat komen en wanneer het traject is afgerond. Iemand die aan het eind van de zitting krijgt te horen dat hij drie jaar heeft gekregen, weet dat hij of zij op een bepaalde dag de poort weer uitloopt. Iemand die tbs krijgt, kan gewoon de rest van zijn leven binnen worden gehouden en dat is geen ideaal vooruitzicht. Iedereen weet dat daarom wil niemand tbs. Mensen willen daarom vaak niet meewerken en dat begrijp ik op zich wel.”
Heeft u nog een boodschap voor de lezers van het interview?
“Ja, ga eens naar een zitting! Mensen hebben vaak een mening over alles wat ze in de media horen en lezen. Het is natuurlijk een trend dat de media steeds meer artikelen schrijven waarin sensatie voorkomt. Daarbovenop lopen journalisten tijdens een zitting in een strafzaak over strafrecht vaak weg op het moment dat een advocaat aan het woord is. Ze komen dus de eis aanhoren en luisteren naar het vonnis van de rechter. Terwijl niet wordt geluisterd naar wat de verdachte zelf volgens zijn advocaat wil aanvoeren. Ik denk daarom dat het goed zou zijn als mensen gewoon eens een zitting zouden bijwonen, om zelf te ervaren hoe het eraan toegaat. Dan kunnen ze een mening vormen aan de hand van meer informatie. Tenslotte is het strafrecht natuurlijk niet altijd zo negatief als dat vaak naar voren komt, het heeft ook zijn goede kanten en daarom is het goed als mensen dat eens met eigen ogen zien.”