Peter van der Voort werd in 1964 geboren te Haarlem. Na een opleiding geneeskunde te hebben afgerond kon zijn loopbaan echt beginnen, maar was hij nog lang niet uitgestudeerd. En dat is te zien aan zijn indrukwekkende CV! Hij mag zichzelf dan ook arts, epidemioloog, politicus én dubbel hoogleraar noemen. Als ex-leider van IC-afdelingen bij maar liefst drie ziekenhuizen én huidig werknemer van het UMCG kent Van der Voort de Nederlandse zorg als geen ander. In 2020 werd hij tevens verwelkomd als lid van de Eerste Kamer voor D66.
Wij spraken Van der Voort over artsen in de media, IC-capaciteit en de invloeden van de pandemie op de zorg. Ook vroegen we hem naar zijn mening over verbeteringen in de zorg en mogelijkheden op het gebied van innovatie.
U gaf in het interview met Skipr aan graag meer artsen in de media te zien. Zijn de talkshows waarin u te gast bent geweest zich daar ook van bewust, denkt u?
Het gaat mij er niet per se om dat er meer artsen in de media te zien moeten zijn maar ik denk wel dat het in een pandemie als deze belangrijk is dat de mensen in het land van de artsen en verpleegkundigen zelf te horen krijgen hoe de situatie werkelijk is. Vroeger waren medici wel wat mediaschuw maar dat is nu duidelijk niet meer het geval. De redacties van de talkshows willen graag een goed gesprek over de zaken die spelen in het ziekenhuis en de samenleving en daar probeer ik zo goed mogelijk aan deel te nemen met als doel een reëel beeld te geven van de situatie en de afwegingen die je met die kennis kan maken.
U heeft zich reeds uitgesproken over het probleem van overgewicht. Hoe kan dit probleem volgens u het beste aangepakt worden?
Ook vóór de COVID pandemie was overgewicht al herkend als een ernstige bedreiging voor gezondheid. Nu blijkt dat het coronavirus specifiek bij patiënten met overgewicht een ernstiger ziektebeloop kan geven dan bij mensen zonder overgewicht. Zeker in de westerse samenleving waarbij ongeveer 50% van de bevolking overgewicht heeft is deze pandemie daarmee heel bedreigend voor de gezondheid van burgers en voor de gezondheidszorg. De aanpak van overgewicht krijgt van overheidswege wel aandacht via het preventie akkoord. Toch neemt het percentage burgers met overgewicht nog toe. In mijn mening maakt deze pandemie duidelijk dat de bestrijding van overgewicht een hogere prioriteit moet krijgen. Er zijn diverse mogelijkheden om hieraan te werken. Bewegen, sporten en gezonde voeding kan de overheid aantrekkelijker maken en ongezonde voeding kan de overheid onaantrekkelijker maken. Bij het geven van hoge prioriteit aan de bestrijding van overgewicht zou je je voor kunnen stellen dat bewegen en sporten een uitzonderingspositie binnen de beperkende maatregelen rond COVID zou kunnen krijgen.
In welke mate maakt u zich zorgen om het tekort aan IC-capaciteit?
Waar ik me zorgen over maak is de grote uitstroom van verpleegkundigen uit het vak van de IC, vaak al snel nadat ze zijn ingestoomd. Het vak moet zeker aantrekkelijker worden gemaakt om verpleegkundigen te behouden. Ook de opleiding moet goed gevuld blijven. Daarmee kunnen we ongeveer 1150 IC bedden in NL open hebben. Dat is voor de reguliere zorg genoeg en al jaren in Nederland ongeveer een stabiel aantal. Dit aantal is niet genoeg voor extra vraag zoals we nu zien in de coronapandemie. Daarom ben ik voorstander van het creëren van een flexibele schil, dwz personeel en faciliteiten die in korte tijd kunnen worden toegevoegd aan de structurele beschikbaarheid van IC capaciteit. Hoe groot die dan moet zijn is afhankelijk van hoe zeer je voorbereid wil zijn op grote rampen maar 200 of 300 IC bedden is denk ik al een hele opgave en is denk ik een aardige buffer.
Stel dat er sprake gaat zijn van code zwart. Hoe gaat u hier dan mentaal gezien mee om?
Code zwart betekent het niet meer kunnen leveren van zorg die patiënten wel nodig hebben en die ook zinvol zou zijn om te geven. Precies waar zorgprofessionals voor opgeleid worden en waar ze hun motivatie uit putten. Het is dus heel zwaar om daarin belemmerd te worden door logistieke problemen. Het is ook zo dat eenmaal in die situatie terecht gekomen, er geen mogelijkheden meer zijn om daar nog iets aan te doen als individuele zorgverlener.
Daarom is het niet zozeer een individueel falen als zorgprofessional maar een systeem falen. Voor mij persoonlijk helpt die constatering om hier mee om te gaan. Ik heb in een podcast bij de Correspondent hierover een mooi gesprek gevoerd dat het terugluisteren waard is.
Hoe kijkt u aan tegen de informatievoorziening gedurende de coronacrisis?
De belangrijkste bron van informatie over de maatregelen zijn de persconferenties maar er is via websites, radio en TV ook informatie gedeeld. Mijn indruk is dat de sociale media betrekkelijk weinig zijn gebruikt om bepaalde doelgroepen te bereiken. Verder valt op dat veel maatregelen voor burgers niet logisch voelden en verwarring en onbegrip opleverden. Over de achtergronden van besluiten is niet veel uitleg gegeven behalve dat ze nodig zijn om het aantal besmettingen te voorkomen. Maar daarmee is er nog geen duidelijkheid gegeven over de reden voor de uiteindelijke keuze uit alternatieven. Er is daarnaast veel misinformatie en desinformatie door mensen gedeeld op sociale media waartegen betrekkelijk weinig actief is opgetreden door de overheid. Daarmee zijn niet alle mogelijkheden in de communicatie en informatievoorziening optimaal benut is mijn eigen mening.
Wordt het zorgpersoneel volgens u voldoende gewaardeerd in Nederland?
Naar mijn mening wel. Er is wel een continue heroverweging van belangen waarin de zorg gewogen wordt naast andere sectoren. Natuurlijk verschilt die afweging over de tijd. Ik denk dat Nederlanders in het algemeen tevreden zijn met de zorg die de zorgmedewerkers leveren en hun inzet.
Welke mogelijkheden tot innovatie in de zorg ziet u voor op de korte termijn en voor op de langere termijn?
Eerder gaf ik al aan dat een flexibele inzet van IC personeel een belangrijke is op dit moment om te realiseren. Maar voor de langere termijn en in de breedte naar de zorg kijkend zijn er veel uitdagingen. Het WRR rapport Kiezen voor houdbare zorg geeft een hele mooie analyse van de problematiek waar we nu voor staan. Het gaat dan om financiële houdbaarheid, personele houdbaarheid en maatschappelijke houdbaarheid. In mijn beleving is het erg belangrijk dat het kabinet daar zo snel mogelijk beleid voor uitzet om op de punten die het WRR rapport aandraagt actie te ondernemen. Zonder ingrijpen zal de zorg steeds meer gaan kosten en gaat dit ten koste van uitgaven in andere sectoren. Het betekent dat we met elkaar keuzes moeten gaan maken. Het gesprek daarover moet denk ik nu echt wel gevoerd gaan worden.
Heeft u nog een boodschap voor de lezers van dit interview?
We zitten met elkaar nu in een hele moeilijke situatie waarin de pandemie iedereen direct raakt, of door ziekte of door de maatregelen ter bestrijding van de pandemie of beiden. Ik hoop dat we met elkaar in gesprek blijven en ook mensen met een afwijkende mening bevragen en bij hen onderzoeken wat de achterliggende gedachten zijn. Alleen door geïnteresseerd en gerespecteerd in gesprek te blijven kunnen we breed gedragen oplossingen vinden.