Interview met Nicole Temmink “De ideologie is uit de politiek verdwenen.”

Nicole Temmink werd geboren in Slagharen, maar vertrok naar Groningen om te studeren, eerst rechten en later filosofie. Na het afronden van haar studie werkte Temmink voor de Belastingtelefoon en was onder andere gemeenteraadslid in Groningen en Amsterdam en later beleidsmedewerker van de SP-Tweede Kamerfractie. Sinds 5 juli 2023 is ze lid van de Tweede Kamerfractie van de SP, waar zij Renske Leijten opvolgde. Actueel Nieuws vroeg haar hoe zij bij de SP terecht is gekomen, besprak met haar de ontwikkelingen in de politiek en blikt vooruit naar de komende Tweede Kamerverkiezingen.

Je bent al vanaf de jongerenafdeling lid van de SP. Waarom heb je ervoor gekozen om je al zo jong bij de SP aan te sluiten?

“Dat had eigenlijk een beetje suffe praktische reden. Ik ging studeren in Groningen en dat vond ik komend vanuit Slagharen best spannend, je komt in de stad, je kent er niemand, het is wat groter allemaal. Ik heb het altijd wel leuk gevonden om de krant te lezen, maar het ging niet vaak over politiek, dus ik wist er eigenlijk niet zo veel van. Toen ik dus elke dag langs het SP-pand fietste, was ik heel benieuwd wat ze daar allemaal deden en daarom besloot ik te mailen om zo tegelijk wat mensen te leren kennen. Ik ben langsgegaan en het was zo fijn en goed daar dat ik nooit meer weg ben gegaan. Achteraf denk ik dat de keuze voor de SP best te verklaren is en dat het niet zomaar toevallig was. Ik denk dat dat wel te maken heeft met mijn eigen achtergrond.”

In een eerder interview heb je je wel eens uitgelaten over je eigen achtergrond, dat je de eerste bent van je familie die is gaan studeren en dat je de dochter bent van een ober en een schoonmaker. Ging je toen je nog op het vwo zat ook al politieke discussies aan?

“Ik ging wel eens discussies aan over de maatschappij, maar niet zozeer met een politieke insteek, want daar was ik nog niet zo mee bezig. Het was meer dat ik op zondag met de familie zat en dat ze klaagden over dat het niet goed ging in het land, of met de zorg of de politie en dat daar discussies over ontstonden. Dat heb ik altijd wel leuk en interessant gevonden. Ik kom niet uit een familie waarin traditioneel altijd op een bepaalde partij wordt gestemd. Dus die discussie was er niet, dat besef was er ook niet zo.”

Soms is het zo dat politici al op school bijvoorbeeld in de leerlingenraad zaten en zich heel erg uitspraken. Kwam jij op school ook al zo erg voor je mening uit?

“Ik denk dat ik altijd wel voor mijn mening ben uitgekomen, maar ik zat niet in de leerlingenraad. Ik moet ook eerlijk zeggen dat ik niet weet of dat op mijn school echt een groot ding was, maar misschien is dat gewoon langs me heen gegaan.”

Je hebt filosofie gestudeerd, hoe ben je daar zo toe gekomen?

“Ik ben begonnen met rechten studeren omdat ik graag rechter wilde worden. Die studie bleek niet helemaal voor mij te zijn weggelegd en toen dacht ik, filosofie is ook heel interessant. Dat stelt meer de vraag over waarom hebben wij de wetten zoals we die hebben? Filosofie probeert daar een antwoord op te geven. Uiteindelijk was dat wel een studie die heel goed bij mij paste en waar je ook altijd iets aan hebt, zeker ook in de politiek, maar er werd me thuis wel altijd gevraagd wat ik daar dan mee moest. We hebben op de middelbare school ook niet echt filosofie gehad, wat ik heel jammer vind. Ik denk dat het best belangrijk is dat mensen een beetje de basisprincipes van filosofie kennen. Je hoeft echt niet alle filosofen te kennen, maar leren om wat wij normaal vinden kritisch te kunnen bevragen, leren wat goede argumenten zijn en hoe je moet argumenteren, dat zou voor iedereen waardevol zijn. Zeker in een tijd waarin desinformatie een grote rol speelt en waarin kritisch denken soms omslaat in complotdenken. Ik denk dat filosofie heel goed kan helpen om daar onderscheid in te maken.”

Je bent in Groningen begonnen als raadslid en je bent raadslid geweest in Amsterdam, welke ervaringen neem je van daaruit nu mee als landelijk volksvertegenwoordiger?

“Ik denk dat het vooral heel belangrijk is – en dat heb ik daar ook geleerd – dat de beslissingen die je neemt in de politiek altijd gaan over de mensen die je vertegenwoordigt. Dat klinkt echt als een open deur, maar ik heb in de gemeenteraad ook gezien dat dat heel vaak niet vanzelfsprekend meer is. Zeker omdat ik Binnenlandse Zaken doe, is het natuurlijk ook interessant om te zien wat er over gemeentes wordt uitgestort en waar mensen nog echt zeggenschap over hebben en waar niet over. Je ziet nu dat het de afgelopen jaren echt wel een trend is geweest dat er veel over de schutting werd gegooid bij gemeenten en dat gemeenten en ook raadsleden niet zo goed weten hoe ze die problemen moeten oplossen. Als raadslid krijg je heel veel informatie, je wordt bijna een halve ambtenaar en er worden heel veel feitelijke vragen gesteld, maar de politieke discussie blijft in de Raad daardoor op de achtergrond en ik denk dat dat heel erg zonde is omdat dat juist noodzakelijk is om mensen goed te kunnen vertegenwoordigen. Hoewel soms de lokale discussie misschien wel op iets praktischer niveau is dan landelijk, maakt het echt wel verschil in wat voor keuzes je maakt. Om een voorbeeld te noemen, kies je voor cameratoezicht of kies je voor preventie als het gaat om veiligheid? Dat zijn discussies die ook in de gemeenteraad spelen en die soms nog weinig politiek zijn en steeds ambtelijker worden gevoerd. En dat is een trend die je zowel landelijk als ook lokaal ziet en dat komt mede door het slechte beleid van de afgelopen jaren. Mensen echt kunnen helpen en samen met mensen iets kunnen veranderen, dat begint wel een beetje bij lokale politiek, want dat is vaak wat toch het dichtst bij mensen staat en waar ze ook de snelste verandering zien.”

Wat vind je het meest slechte aan het beleid van de afgelopen jaren?

“Ik denk dat het feit dat mensen geen zeggenschap meer hebben over hun eigen omgeving, dus het gebrek aan democratie, dat dat echt heel slecht is. En daarnaast zie je in de politiek dat de ideologie is verdwenen. Er zijn maar weinig echt ideologische partijen over, terwijl dat fundamenteel is om te weten hoe je de wereld wil inrichten. Hoe kijk je tegen mensen aan? Hoe kijk je tegen de wereld aan? Hoe wil je dat die wereld georganiseerd wordt? Dat zijn zulke belangrijke vragen die je niet altijd praktisch kunt invullen. Het gebrek aan democratie en zeggenschap daarover en hoe het politieke debat daar dus ook mee doodgeslagen wordt door dingen te presenteren als feiten, dat is echt heel zonde. Er wordt steeds gesteld dat het nu eenmaal het beste voor Nederland is als het goed gaat met de economie, maar hoe je dat dan inricht blijft onduidelijk. En dat beleid van over de schutting gooien en alles weg organiseren, dat is echt slecht beleid. Dat zie je op lokaal niveau, in de vele samenwerkingsverbanden die er zijn. Gemeenten kunnen het zelf niet meer, dus die moeten allemaal samenwerken, waardoor mensen geen idee meer hebben wie waar over gaat. Maar landelijk zie je het ook, daar gaat de verantwoordelijkheid óf naar gemeentes of samenwerkingsverbanden, óf naar Europa, óf we organiseren het weg naar de markt of privatiseren het en dan gaan we er als landelijke overheid ook niet meer over. Ik denk dat op heel veel beleidsterreinen dit een beetje de algemene lijn is en dat dat ook gerechtvaardigd wordt met het idee dat we heel hard gaan bezuinigen. Er is op de politie bijvoorbeeld de afgelopen jaren echt veel bezuinigd. Daar zijn echt hele domme keuzes gemaakt vind ik, als je weet dat er duizenden agenten met pensioen gaan en je stelt een vacaturestop in, dan is dat gewoon niet zo slim. Dan zit je nu met je handen in het haar, omdat er te weinig agenten zijn, wat veel te laat erkend is, en wordt nu de markt als argument gebruikt. Zo voelen mensen dat de zeggenschap verdwijnt en dat we straks niet meer over onze eigen veiligheid gaan. Dat is misschien nu nog wel een stap te ver weg, maar dat is wel de richting die we opgaan, en ik maak me daar grote zorgen over en ik denk dat mensen dat ook wel voelen. Het wantrouwen in de overheid, de algehele onvrede die er is, dat mensen echt wel snappen dat ze op de een of andere manier niet meer gaan over hun eigen leefomgeving en geen grip meer hebben op hun eigen leven, maar ook niet het idee hebben daar iets aan te kunnen veranderen, dat het niet meer uitmaakt op wie je stemt, dat is ook iets wat we veel horen als we de straat opgaan. Het doet er allemaal niet meer toe, alle partijen zijn een pot nat. Dan staat er iemand op die misschien dat gevoel kan verwoorden, die de tegenstem is en uiteindelijk ook tot teleurstelling heeft geleid in de afgelopen jaren. Je zag het bij Forum, je zag het bij de LPF, dat leidt ook weer tot teleurstelling, want die gaan het ook niet waarmaken. En dat komt denk ik omdat we dat fundamentele gesprek over, waar willen we naartoe, wat is ons mensbeeld en hoe moet de wereld er uitzien, bijna niet meer voeren, ook niet in het politieke debat.”

Je bent de opvolger van Renske Leijten, voor wie je eerder werkte als beleidsmedewerker. Kun je iets vertellen over hoe zo’n overdracht in grote lijnen gaat?

“Het voordeel is dat een deel van de overdracht niet nodig was, omdat ik zelf die onderwerpen voor haar heb voorbereid. Eerst bereidde ik het debat voor haar voor, nu moet ik die debatten zelf doen. Ik zou die voorbereiding ook zelf kunnen doen, maar gelukkig heb ik daar nu zelf ook iemand voor. Toen ik net geïnstalleerd was, hoorde ik vaak dat het grote schoenen zijn om te vullen, maar ik heb niet de illusie dat ik al die jarenlange ervaring van Renske in deze paar maanden kan proppen en dat ik precies hetzelfde moet doen als dat zij heeft gedaan. Tegelijkertijd heb ik natuurlijk ontzettend veel van haar geleerd en hebben we ook altijd heel goed samengewerkt. En nog steeds. Als ik vragen heb, kan ik Renske gelukkig nog steeds bellen, dat komt wel goed. En eigenlijk alle onderwerpen die zij deed heb ik nu in mijn eigen portefeuille behalve de afhandeling van het toeslagenschandaal. Daar hebben we veel contact over en er is veel contact met ouders. En op dat vlak is er altijd ook de gedeelde frustratie dat die ouders niet worden geholpen, dus dat is niet anders dan Renske dat heeft gedaan.”

Zijn er bepaalde ervaringen die je meeneemt uit je tijd als beleidsmedewerker, nu je als Tweede Kamerlid een hele andere rol hebt?

“Ik heb eigenlijk altijd gezegd dat mijn werk hiervoor eigenlijk ook het werk is wat een Kamerlid doet. Alleen het grote verschil is dat je als Kamerlid natuurlijk én zelf de debatten moet doen én een veel publieker persoon bent. Maar als beleidsmedewerker werk je ook voor een partij, dus je deelt dezelfde uitgangspunten, dezelfde standpunten en je denkt samen na over hoe je een bepaald standpunt het beste voor het voetlicht kunt brengen. In dat opzicht verschilt het Kamerlid zijn dus niet veel van mijn werk hiervoor en ik vind dat zelf heel prettig. Ik kan me ook voorstellen dat mensen denken, het is goed als je van buiten komt en je neemt daarvandaan ervaring mee. Dat begrijp ik ook heel goed, maar ik denk ook dat het fijn is dat je die ervaring in de Kamer al hebt en dat je weet hoe het eraan toe gaat. Je hoort nu ook de hele tijd dat er zoveel ervaring weggaat uit de Kamer. Dat is natuurlijk zo, maar tegelijkertijd denk ik, ik neem ook een hoop ervaring weer mee van die afgelopen jaren. Dus wat dat betreft heb ik niet het idee dat ik op nul moet beginnen en dat is heel fijn.”

Renske Leijten benoemde bij haar afscheid ‘giftig Den Haag’. Jij werkt al best lang in Den Haag, vanaf 2015. Hoe ervaar jij dat eerst werkzaam in de politiek, en nu als Kamerlid?

“Het voordeel is dat je daar als medewerker iets minder last van hebt, omdat je een minder publiek persoon bent en ook minder te maken hebt met andere Kamerleden en de spelletjes die er worden gespeeld. Maar je ziet ze natuurlijk wel, je hebt wel door dat sommige partijen ergens niet voor stemmen en even later misschien zelf een motie indienen met dezelfde strekking omdat zij iets binnen willen halen. Dan gaat het niet meer over de inhoud, dan gaat het over wie gaat er met de eer vandoor. Je krijgt dat soort dingen als medewerker wel mee, maar je hebt er minder last van omdat je die strijd niet hoeft te voeren die je voert als Kamerlid. Dat gaat misschien nu wel meer gebeuren, maar ik ben denk ik altijd hard op de inhoud en zacht op de betrekkingen. Je moet gewoon echt heel duidelijk zijn over waar je staat en wat je wil en je mag andere mensen ook echt heel kritisch bevragen. Daar mag je hard in zijn, dat is prima, maar op de persoon spelen niet. Er zijn altijd mensen die je leuker vindt dan andere mensen, maar daar gaat het niet om. Het gaat gewoon echt niet om wie daar staat. Het gaat om wat je zegt en wat je doet.”

De komende verkiezingen zullen met alle ontwikkelingen van de laatste tijd belangrijk zijn. Hoe kijk je aan tegen de positie van de SP met betrekking tot die aankomende verkiezingen?

“Elke verkiezing is even belangrijk, maar dit zijn inderdaad hele interessante verkiezingen. Met het opstappen van Rutte is het niet meer zo vanzelfsprekend dat de VVD de grootste partij is en is er ruimte ontstaan. Ik denk dat dat noodzakelijk was. Maar laten we eerlijk zijn, de SP staat er niet al te best voor in de peilingen. Omtzigt noemt zijn partij Nieuw Sociaal Contract, dat is voor een filosoof ook interessant, vooral om te zien wat hij daar dan mee wil. Want iedereen, iedere politieke partij wil in principe een nieuw sociaal contract en wil nieuwe afspraken tussen de overheid en de mensen. Ook al is dat niet wederkerig geloof ik. Volgens mij is de overheid er voor mensen en zijn mensen er niet voor de overheid, maar dat terzijde. Ik denk dat het heel goed zou zijn als deze verkiezingen kunnen gaan over, hoe moet de overheid ingericht worden, wat zijn de taken van de overheid en hoe gaan we zorgen dat het een betrouwbare overheid is waar mensen op kunnen terugvallen als dat nodig is en waarvan ze weten wat ze eraan hebben. Ik denk ook dat dat voor de SP een thema is waar wij natuurlijk jarenlang al dingen mee hebben gedaan, en ook iets over hebben gezegd en dat ook zeker voor ons heel belangrijk is. Het biedt ook weer kansen voor ons. Dus ik ben heel benieuwd, we gaan het zien. Ik hoop ook heel erg dat de verkiezingen en de campagnes en de debatten op televisie ook echt wel naar breder worden getrokken, dat het meer gaat over waar moet het naar toe met de wereld en hoe zien we mensen. Want dat is de afgelopen jaren gewoon heel vaak niet gebeurd.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Copyright 2020-2021 © actueelnieuws.org

logo

Tip de redactie!

Actueelnieuws.org werkt graag met jou samen aan mooie interviews en prikkelende artikelen. Heb je een tip of idee? Meld deze dan bij onze redactie.