In onze serie interviews met interessante mensen is het de beurt aan de nummer vijf op de kandidatenlijst van Code Oranje, Mick de Vlieger. Als jonge ondernemer verloor hij het vertrouwen in de politiek en besloot dat het beter moest. In zijn ogen horen politici vertegenwoordigers van het volk te zijn en daarmee altijd het belang van de kiezer voorop te stellen, vóór hun eigen belang. Politici moeten om die reden meer naar elkaar luisteren, met de intentie elkaar te begrijpen en niet om discussies aan te gaan met als enige doel elkaar te slim af te zijn. Code Oranje wil naar een andere, nieuwe vorm van democratie, waarbij contact met het volk centraal staat. Actueel Nieuws vroeg Mick de Vlieger naar zijn plannen voor de politiek en onze samenleving.
Kun je voor onze lezers iets over jezelf vertellen?
“Ik ben 32 jaar oud en heb Bedrijfskunde gestudeerd aan de Hogeschool van Amsterdam. In mijn afstudeerperiode ben ik voor stage naar San Diego gegaan om daar binnen een bedrijf onderzoek te doen naar mogelijke verbeteringen. De ‘hard werken-mentaliteit’ van Amerikanen heb ik mee teruggenomen en toen ik net terug was, kreeg ik de kans om de Haarlemse evenementenlocatie De Lichtfabriek over te nemen. Vier jaar lang heb ik die locatie gerund, waarna ik hem in 2018 weer heb verkocht, gelukkig twee jaar voordat corona uitbrak. In de afgelopen tweeënhalf jaar ben ik bezig geweest met het ontwikkelen van vastgoed in zowel Nederland als Portugal, en daarbij kwam ik erachter dat ik meer nuttige dingen wilde doen, in plaats van alleen maar naar het rendement van mijn activiteiten te kijken. Daardoor ben ik met de politiek in aanraking gekomen en via een omweg kwam ik bij Richard de Mos en Code Oranje terecht.”
Wat is het belangrijkste, naast het harde werken, dat je in Amerika hebt geleerd?
“Vooral dat het ook wel goed is om in je leven een keer helemaal op jezelf te zijn aangewezen. Ik denk dat ik in die periode de grootste, laatste stappen heb gemaakt in mijn proces van volwassen worden. In Nederland ben je natuurlijk gewend en heb je een aantal vangnetten, zoals familie, vrienden, werk en school, daar kwam ik met lege handen. Ik moest alles opnieuw opbouwen en ik denk dat dat vooral sociaal communicatief en voor mijn zelfstandigheid een hele goede les was.”
Hoe ben je uiteindelijk bij Richard de Mos terechtgekomen?
“Ik had al eerder politieke ambities. Ik heb een tijdje bij Forum voor Democratie gezeten, maar daar kwam ik al vrij snel tot de conclusie dat dat niet bij me paste. Ik wil steun bieden daar waar ik denk dat het juiste geluid zit en bij Forum voor Democratie had ik dat in eerste instantie, maar dat geluid veranderde na verloop van tijd in mijn ogen. Via een gezamenlijke vriend kwam ik in contact met Richard de Mos. Er was voordat Code Oranje startte eigenlijk geen partij die iemand op de lijst heeft staan waarvan ik dacht dat is nou iemand die mijn woord kan vertolken, maar met Richard klikte het goed, omdat we het op hoofdlijnen heel erg eens zijn wat betreft de democratie in Nederland. Code Oranje staat natuurlijk voor een nieuwe versie van democratie en met name ook het toevoegen van vakspecialismen in de overheid en ik mis dat als ondernemer heel erg. Met name door de vrijheid die we met z’n allen hebben en de diversiteit binnen Code Oranje voel ik me bij deze partij erg thuis.”
Ik heb je filmpje gezien over de miljarden die door de overheid worden uitgegeven en het feit dat veel van die uitgaven helemaal niet transparant zijn. Wat zijn je plannen voor een ministerie van Efficiëntie?
“Voor deze video ben ik samen met een aantal inkopers van de grootste bedrijven van Nederland zeven maanden bezig geweest met onderzoek, waarbij het er steeds meer op leek dat geld niet wordt uitgegeven op de manier waarop het zou moeten, namelijk ten gunste van de burger. De Algemene Rekenkamer kan zeventig procent van de overheidsuitgaven niet plaatsen, wat natuurlijk in de basis heel vreemd is. Wij hebben met z’n allen in Nederland afgesproken dat de breedste schouders de meeste lasten dragen, maar dat de uitgaven voor ons allemaal zijn. Uitgaven die niet te plaatsen zijn, betekenen automatisch een bepaalde mate van gebrek aan transparantie. Gevoelsmatig denk je dan dat er dingen gebeuren die we niet willen. Dat zijn aannames, maar als je er vervolgens verder induikt, kom je erachter dat veel zaken beter kunnen worden georganiseerd. Nou is het logisch dat die zaken niet goed georganiseerd zijn, want politici zijn geen ondernemers. Ondernemers weten namelijk heel goed hoe je geld wel of juist niet moet uitgeven, of hoe je investeringen moet doen zodat ze winstgevend zijn. Neem nu bijvoorbeeld de ICT-sector – het is een publiek geheim dat daar vijf miljard per jaar de versnipperaar in gaat – en alles wat er is mis gegaan bij de aanleg van de Noord-Zuid lijn. Als je je dan verder gaat verdiepen in de aanbestedingen, in hoe systemen werken, en in de kansen die gemist worden, dan zie je dat daar gemakkelijk heel veel bespaard kan worden. Als je bijvoorbeeld gaat uitzoeken hoeveel kosten er gemoeid zijn met het huisvesten en het verplaatsen van ambtenaren van huis naar kantoor, dan zie je wat je door thuiswerken kunt besparen op het gebied van huisvesting, onkostenvergoedingen, reiskostenvergoeding, etc. Daarnaast komen ook vierkante meters vrij die we kunnen transformeren naar starterswoningen binnenstedelijk. Daarmee is niet direct het probleem van de woningnood opgelost, maar dat soort kansen moet je zien en daar moeten de juiste mensen binnen de overheid voor worden aangesteld die in staat zijn om dat te zien. In mijn ogen zijn dat ondernemers, handelaren en scherpe mensen die out of the box durven te denken en mist het systeem dat op dit moment. Het ministerie van Efficiëntie kan hier verandering in aanbrengen.
Dit soort eenvoudige besparingen kunnen jaarlijks achttien miljard opleveren en daarmee zijn we de enige partij die daadwerkelijk geld komt brengen in plaats van geld komt weghalen. Alle plannen van alle politieke partijen hebben namelijk te maken met een verhoging van de belasting. Iedereen roept maar dat bedrijven en ondernemers meer moeten gaan betalen, maar het resultaat daarvan is dat ze met hun bedrijf gaan verhuizen en dat kost de burger geld. Daarom moeten we ondernemend denken, bedenken hoe we er als dienstverlener voor kunnen zorgen, want een volksvertegenwoordiger is een dienstverlener, dat de Nederlandse bewoner een zo fijn mogelijk leven heeft in Nederland. Dat begint met naar jezelf te kijken en ervoor zorgen dat bedragen juist worden uitgegeven.”
Kun je kort samengevat uitleggen wat nou de posten zijn waar het meeste geld op bespaard kan worden?
“Bijvoorbeeld centrale inkoop van gemeenten, op dit moment wordt dat gedaan door 363 fulltimers verspreid over heel Nederland. Op die manier loop je op z’n minst twintig procent, maar misschien wel veertig procent van de kortingen mis. Verder moeten investeringen en aanbestedingen beter worden georganiseerd en kansen voor besparingen van kantoormeters worden gegrepen. Dat is een eerste fase, vervolgens wil ik ook gaan kijken naar subsidies en potjes. De potjesmentaliteit van de Nederlandse overheid betekent op dit moment dat als je je potje niet opmaakt, gemeenten of andere portefeuilles binnen de overheid bang moeten zijn, dat ze het jaar daarna gekort worden. Er is dus sprake van een omgekeerde beloningsstructuur, terwijl je eigenlijk zou moeten belonen als de potjes niet worden opgemaakt.”
Er zijn dus heel veel besparingen mogelijk, maar wat zijn nu posten waarvan jij denkt dat er in geïnvesteerd zou moeten worden?
“Zorg, onderwijs en jeugdzorg. Maar er zijn enorme tekorten en op dit moment leven we natuurlijk in een vreselijke crisis, waarvan ik denk dat de meeste mensen nog niet door hebben hoe heftig dat gaat worden.”
Ik zag op Twitter steun van Code Oranje aan HerstelNL en ik weet dat Code Oranje tegen de avondklok en vaccinatieplicht is. Hoe denkt Code Oranje dat de coronacrisis het beste kan worden aangepakt?
“Wij vinden dat je altijd baas over eigen lichaam bent en wij vinden ernstige vrijheidsbeperking zoals de avondklok geen goed idee. HerstelNL, wat natuurlijk ontmanteld is door de Nederlandse staat, heeft een aantal goeie ideeën, waaronder een lockin, het binnenhouden van de risicogroepen en de mensen die bang zijn voor de coronacrisis. Op die manier zorg je er in ieder geval voor dat de jongeren en de andere veilige groepen weer langzamerhand kunnen gaan leven, wat begint met veilig op anderhalve meter weer op een terras mogen gaan zitten. Natuurlijk gaat dat geen zoden aan de dijk zetten voor de horecasector of voor onze economische schade, maar we hebben daarnaast ook nog sociaalmaatschappelijke schade. Je ziet dat de overheid eigenlijk op dit moment niets toe laat, terwijl er veel zaken zijn die in de openlucht en op afstand prima kunnen. Daar moeten we echt mee gaan beginnen.”
Hoe denk jij over de stelling van Maurice de Hond dat buiten de kans op besmettingen kleiner is en dat binnen vooral goede ventilatie heel belangrijk is om besmetting te voorkomen?
“Persoonlijk denk ik dat we echt langzamerhand moeten gaan kijken naar het heropenen van de samenleving, met name voor mensen die niet binnen de risicogroepen vallen. Daarnaast denk ik wel dat we voorzichtig moeten zijn met binnenlocaties. Ik weet niet hoe groot de kans op besmetting daar is, dat is ook een beetje het probleem in Nederland, we weten veel niet, maar gelukkig zijn we begonnen met een aantal experimenten. Ik ben heel benieuwd wat de resultaten daarvan zijn, als blijkt dat die redelijk goed zijn verlopen, als het qua besmettingen meevalt, dan kunnen we op basis daarvan gaan zeggen dat er meer open mag. Tot die tijd moeten we voorzichtig zijn en er in ieder geval voor zorgen dat we het sociaalmaatschappelijke gedeelte buiten weer openstellen.”
Ik heb nog een laatste vraag, heb je een boodschap voor de lezers van het interview?
“Allereerst hoop ik dat we dichter bij elkaar komen, niet zo gevoelig zijn voor andere meningen en ook accepteren dat er andere meningen zijn. Verder is stemmen natuurlijk een heel groot goed. Ik raad niet stemmen ten sterkste af, ga alsjeblieft stemmen, want het is een voorrecht dat we in een democratisch land leven, maar kijk vooral naar de daden, dus naar de beloftes die niet en juist wel zijn nagekomen. Luister niet naar alle beloftes die in verkiezingstijd worden gedaan, want de helft daarvan wordt wegonderhandeld in het coalitieakkoord of gewoon vergeten. Neem op basis daarvan een besluit en als het even meezit, kies dan voor Code Oranje natuurlijk!