Merel Pontier studeerde in Nederland rechten en deed vervolgens van 2014 tot 2016 de Master Strafrecht aan de Erasmus School of Law, waar zij vakken volgde als Internationaal en Europees Strafrecht en Organised Crime, gericht op wet- en regelgeving en criminaliteit buiten Nederland. In 2017 sloot zij zich, na het zien van een documentaire over hem, aan bij de Clinton Young Foundation die zich inzet voor de ter door veroordeelde Amerikaan Clinton Young. Aan de University of Texas School of Law volgde Pontier een studie Amerikaans recht, wat ertoe heeft geleid dat ze zich, na het afleggen van de Texas Bar Exam, nu ook Amerikaans strafrechtadvocaat mag noemen. Inmiddels is zij advocaat en legal director van de Clinton Young Foundation, waarvan zij in 2021 in het Advocatenblad stelde dat ze hoopt dat die over een aantal jaar zal zijn uitgegroeid tot een professionele mensenrechtenorganisatie, met meerdere advocaten. Actueel Nieuws vroeg haar naar haar werkzaamheden en haar leven als advocaat in Amerika.
Kun u voor de lezers die u misschien niet kennen iets over uzelf vertellen?
“Ik heb in Rotterdam rechten gestudeerd en ben daarna terechtgekomen bij het Openbaar Ministerie. Momenteel werk ik als strafrechtadvocaat in Austin, Texas aan doodstrafzaken en zaken van mensen die tot een levenslange gevangenisstraf zijn veroordeeld. En dat doe ik middels een stichting die in Nederland al een aantal jaren geleden is opgezet en die ik hier in 2020 ook heb opgericht; de Clinton Young Foundation.”
Welke werkzaamheden doet u op dit moment bij de stichting?
“Misschien is het wel leuk om daarover een kleine anekdote te vertellen. De stichting is in 2014 opgericht om Clinton Young te steunen, ik heb me er in Nederland bij gevoegd in 2017 en toen ik later de stichting hier oprichtte, had ik het er met Clinton over dat we meer mensen zouden kunnen gaan helpen. Uiteindelijk vond ik mijn allereerste eigen zaak via hem.
Ik ben hier in eerste instantie heengegaan om een eenjarige master te doen in Capital Punishment, die moest ik doen om hier advocaat te kunnen worden. Toen ik nog studeerde bezocht ik Clinton elk weekend en tijdens een van die bezoeken zei hij ‘Merel, ik heb hier een gesprek gehad met iemand die een levenslange gevangenisstraf uitzit’. Clinton zat natuurlijk in isolatie, maar als je in general population zit – waar je normaal gesproken zit met een levenslange gevangenisstraf – en je schendt de gevangenisregels, dan word je ook in isolatie geplaatst en zit je dus waar de terdoodveroordeelden ook zitten. Clinton vertelde mij dat de man al 25 jaar vast zat, geen advocaat had en waarschijnlijk onschuldig was. Nou zeggen veel gevangenen dat ze onschuldig zijn, maar ik hecht veel waarde aan Clinton’s mensenkennis, dus ik dacht ‘laat ik maar luisteren’. Clinton weet hoe mensen die onschuldig zijn zich gedragen in de gevangenis, want hij is zelf ook onschuldig. Dat geeft een bepaalde mensenkennis die ik nooit zal hebben. Hij vroeg me toen om een keer naar die zaak te kijken.
Dat heb ik gedaan, ik heb het dossier opgevraagd bij de rechtbank en besloot er mijn masterscriptie over te schrijven. Die man was daar zo blij mee, want er had in 25 jaar nog nooit iemand naar zijn zaak gekeken. Dat geeft ook meteen het probleem aan, er zijn zoveel gevangenen in Texas, maar er zijn gewoon niet genoeg advocaten en vooral niet genoeg pro deo advocaten. Ik heb onderzoek gedaan, getuigen geïnterviewd en mijn scriptie geschreven en er toen een kopie van naar die man gestuurd. Ik heb erbij gezegd ‘we hebben nu een compact verhaal en wat nieuw bewijsmateriaal verzameld, misschien kunnen we het wel naar de Innocence Project sturen of naar allerlei advocaten, dan kunnen we kijken of iemand je gratis wil bijstaan?’ Hij stuurde mij een brief terug en gaf aan dat hij mij als advocaat wilde omdat hij me vertrouwde. Op dat moment was ik natuurlijk nog geen advocaat, maar toen ik de Texas Bar Exam haalde werd hij mijn tweede cliënt.
Ik had van tevoren niet bedacht dat ik naar Texas zou komen om ook levenslang gestraften te helpen, maar ik heb nu meerdere van zulke zaken en op een bepaalde manier zijn die mensen er erger aan toe dan terdoodveroordeelden. Zij krijgen namelijk in de hoger beroep- en de herzieningsfase geen advocaten toegewezen van de staat en terdoodveroordeelden krijgen dat wel. Door die eerste zaak ben ik gaan inzien dat ik niet alleen terdoodveroordeelden moet helpen, maar eigenlijk ook die groep levenslanggestraften, want die hebben in principe een doodstraf op termijn, alleen geen advocaten.”
Wat voor soort zaak was die eerste?
“Die cliënt was in 2000 veroordeeld voor een moord die in 1998 in Houston, Texas gepleegd was. Het zou een overval plus moord zijn geweest, maar er is geen enkel fysiek bewijs dat mijn cliënt linkt aan die zaak, geen DNA, geen forensisch bewijs, helemaal niets. De vingerafdrukken op de plaats van het delict pleiten hem zelfs vrij. Er zijn alleen getuigenverklaringen, de echte dader, die heeft nooit getuigd, maar die heeft wel een bekentenis afgelegd. Ik heb inmiddels meerdere getuigen gevonden die erbij waren op de avond van de moord – er waren zo’n 50 à 60 mensen bij – het was namelijk op een Newyears Eve feestje op straat. Alle getuigen die ik heb gesproken bevestigen dat mijn cliënt die moord niet heeft gepleegd, maar dat het die ander was. Mijn cliënt zit alleen maar vast omdat zijn advocaat tijdens het proces zijn werk niet goed heeft gedaan, hij heeft het bewijsmateriaal, dat ik nu ook heb, niet gebruikt. Hem neem ik dat nog het meest kwalijk. Het gaat om 25 jaar die mijn cliënt nooit meer terugkrijgt, zelfs al halen we hem eruit. Het zijn dus niet alleen de officieren van justitie, rechters, of de politie, het zijn ook advocaten die heel slecht werk afleveren, waardoor mensen onterecht veroordeeld worden.”
U hebt ook bij het Openbaar Ministerie in Nederland gewerkt, wilde u dat al tijdens uw studie of wist u al snel dat u advocaat wilde worden?
“Ik wilde eigenlijk nooit bij het OM werken, ik wilde altijd al advocaat worden. Tijdens mijn studie heb ik zes stages gedaan, allemaal bij advocatenkantoren. Ik zag het OM altijd een beetje als de vijand, maar toen ik een vacature voorbij zag komen bij het OM, besloot ik toch te solliciteren. In eerste instantie om te kijken hoever ik zou komen, omdat ik alleen maar ervaring had in de strafrechtadvocatuur. Toen me uiteindelijk na een lange sollicitatieprocedure een baan werd aangeboden heb ik die aangenomen omdat het me wel goed voor mijn persoonlijke en professionele ontwikkeling leek om ook aan die andere kant te kijken hoe zij werken. Ik heb bij het OM ontzettend veel geleerd en mijn collega’s waren heel ethisch. Mijn mening over het OM heb ik echt bijgesteld. Natuurlijk worden er fouten gemaakt, er worden overal fouten gemaakt, maar ik ben erachter gekomen dat er echt heel goed wordt nagedacht voordat wordt besloten om iemand te vervolgen en dat er heel goed naar het dossier wordt gekeken. Er wordt echt met proportionaliteit en subsidiariteit gekeken naar de beste oplossing en dat is niet altijd vervolgen. Ik wilde daarna toch nog steeds de advocatuur in, dus dat heb ik ook gedaan.”
Renate Bouwmeester was ook bij de zaak van Clinton Young betrokken, zij had via briefwisseling contact met hem. Wie heeft er eigenlijk ontdekt dat er in die zaak dingen niet klopten?
“Renate heeft Clinton als eerste een brief geschreven, dat was voor ik erbij betrokken raakte. Zij heeft vervolgens in 2013 Jessica Villerius benaderd met de vraag of zij een documentaire over de zaak zou kunnen maken. Jessica heeft dat gedaan en ze heeft Clinton ook geïnterviewd. Toen kwam die documentaire op TV, die heb ik gezien en naar aanleiding daarvan ben ik Clinton gaan schrijven. Renate heeft de stichting in Nederland opgericht en ik ben er in 2017 bij gekomen. Ik heb de stichting vervolgens in 2020 in Texas opgericht.”
U bent nu in Amerika met verschillende zaken bezig. Hoe ziet een gemiddelde werkdag voor u als advocaat eruit?
“Ik ben mijn eigen baas, dus ik bepaal zelf wat ik elke dag doe. Elke dag is anders en dat maakt het werk ook zo leuk. Ik doe heel veel onderzoek en dat betekent dat ik op pad ga, getuigen opzoek, documenten verzamel of cliënten bezoek in de gevangenis. Geen van mijn cliënten zit dichtbij, ik moet minimaal 4 uur rijden enkele reis. Ik werk vanuit huis, maar ben eigenlijk nooit thuis. Ik ga vaak bij een koffietentje zitten in Austin om onderzoek te doen of stukken te schrijven. Dat is het leuke aan Austin, er zijn veel koffietentjes waar mensen gewoon zitten te werken. Het is nu zomer, het is lekker weer, dus mensen zitten buiten. Zo is elke week anders, ik weet vaak nog niet wat ik de volgende week ga doen, maar dat maakt het werk heel gevarieerd.”
Hoeveel uur bent u gemiddeld per week met uw werk bezig?
“Ik werk elke dag van ‘s ochtends tot ’s avonds, ik ben nog steeds op zoek naar een balans daarin. Mijn cliënten hebben óf de doodstraf, óf levenslang en dat legt best veel druk op mijn schouders, ik vind het lastig om in het weekend te zeggen dat ik niet werk. Ik werk dus altijd, in het weekend, ‘s avonds. Dat kan ik natuurlijk niet de komende 50 jaar zo doen, maar zo’n succes als Clinton’s vrijlating, dat motiveert enorm om door te blijven gaan. Dit is geen 9 tot 5 baan en dat zal het ook nooit worden, maar dat wist ik voordat ik eraan begon.”
U doet ook zaken als social media en fundraising voor de stichting, die afhankelijk is van giften, waarom is dat zo?
“Dat is voor mij echt een basisprincipe, waar ik nooit van wil afwijken. Ik wil mijn cliënten nooit iets in rekening brengen. De meeste mensen die in de gevangenis zitten, hebben geen geld en dus ook geen toegang tot de advocatuur. Zoals ik eerder al zei, alleen mensen die de doodstraf hebben, hebben tijdens hun herzieningsfase recht op advocaten die door de staat worden betaald. Alle andere gevangenen moeten, als zij hun veroordeling willen aanvechten, of heel veel geld hebben, of een advocaat vinden die het gratis doet en die zijn er bijna niet. Als ik mijn cliënten dus iets in rekening ga brengen, dan kan ik alleen die hele kleine groep gevangenen helpen die geld hebben en dan voeg ik dus eigenlijk helemaal niets toe, want zij kunnen ook naar andere advocaten gaan. Terwijl als ik ze niet laat betalen, dan kan ik alle gevangenen helpen, vooral degenen die geen geld hebben. En zij hebben het harder nodig. Dat betekent dat ik op een andere manier mijn inkomsten moet zien te werven. Daarvoor zijn de donaties aan de stichting. Dit werk zal nooit een heel hoog salaris opbrengen en dat hoeft ook niet. Het gaat erom dat het belangrijk werk is en dat ik andere mensen ermee kan helpen.”
Lukt het om goed uit de kosten te komen van de giften die u ontvangt?
“De eerste twee jaar, in 2020 en 2021, was het heel lastig en wist ik soms niet hoe ik de volgende maand mijn huur moest betalen. De stichting had soms geen geld en als de stichting wel geld had, dan ging het altijd eerst naar de cliënten. Als Clinton iets nodig had, dan ging het eerst naar hem, en niet naar mijn salaris. Sinds Clinton afgelopen januari is vrijgekomen, denk ik dat heel veel mensen hebben gezien wat we kunnen bereiken en dat donaties daar een onderdeel van zijn. Vanaf die tijd gaat het beter.
We zitten nu in een stijgende lijn. Dat is heel fijn, maar daar moest wel heel hard voor gewerkt worden, en we moeten heel hard blijven werken om die stijgende lijn vast te houden. Ik weet dat ik nu de huur voor de rest van het jaar kan betalen en we hebben wat geld voor onderzoek en om juridische kosten te betalen. Toen de stichting niet veel geld had, heb ik veel dingen uit eigen zak betaald voor cliënten, omdat ik dacht, dat moet nu gebeuren en op een gegeven moment komt het wel goed. Dat is gelukkig dus ook zo, maar we zijn er nog niet. Als je afhankelijk bent van donaties, moet je daar altijd voor blijven werken. Je kunt niet achterover leunen en denken nu heb ik genoeg, want dan moet je voor het volgende jaar weer gaan inzamelen.”
Uw werk en missie zijn een stuk idealisme en natuurlijk ook uw passie, waarmee u een bijdrage levert aan de maatschappij. Via deze sociale weg werken is best een grote stap, is er misschien iets wat u rechtenstudenten wilt meegeven die zo’n stap ook willen zetten?
“Het belangrijkste is dat je doet waar je passie ligt. Toen ik rechten studeerde, had ik altijd al interesse in het Amerikaanse rechtssysteem en werd mij keer op keer verteld dat ik niet in Amerika zou kunnen werken, omdat ik Nederlands recht studeerde. Maar ook met een Nederlands rechtendiploma kun je alles doen wat je wilt, ook al het lijkt het soms onmogelijk. Als je die passie hebt en je wilt er voor gaan, dan vind je wel een weg om het mogelijk te maken. Ik hoop dat de rechtenstudenten dat inzien. Het is mij ook gelukt en niet omdat ik zo goed ben, maar omdat het gewoon mogelijk is. Je moet altijd blijven denken in mogelijkheden. We hebben in Nederland als rechtenstudent allemaal de kans om een rechtenopleiding te doen tegen heel gereduceerd tarief, in Amerika kost dat heel veel meer. Dus ik wil studenten ook meegeven dat in het achterhoofd te houden. Dat ze met een rechtendiploma mensen kunnen helpen die wat minder geluk in het leven hebben. Die niet de kansen hebben gehad die wij hebben gehad waardoor we een goede baan kunnen krijgen, of een goede opleiding hebben genoten. Laten we ons een beetje inzetten voor mensen die dat echt nodig hebben, of dat nou in Nederland is of daarbuiten.”
Clinton Young heeft heel lang in erbarmelijke omstandigheden vastgezeten, kunt u daar iets over vertellen?
“Terdoodveroordeelden worden in Texas automatisch in isolatie geplaatst op basis van hun straf. Er is geen mogelijkheid voor herbeoordeling van die plaatsing, dus ze komen ook nooit uit die isolatie. Ze zitten in Livingston in de Polunsky Unit, 22 tot 23 uur per dag alleen in hun cel ter grootte van een parkeerplaats. Ze krijgen per week maximaal één bezoek van twee uur en dat vindt plaats achter glas. Ze mogen op 5 dagen per week douchen en recreëren en die recreatie vindt plaats in een ‘dayroom’ binnen of buiten. In de dayroom zitten ze ook alleen, tussen 4 muren en daarbinnen in een kooi. Zij zijn altijd en overal alleen en hebben geen toegang tot telefoon, internet of tablets, het enige wat ze hebben is briefcontact. Deze manier van opsluiten is gemaakt om hen mentaal te breken. Ik vond en vind het nog steeds lastig om naar Polunsky te gaan om mijn cliënten te bezoeken en daarna weer weg te gaan, want dan zitten zij daar nog. Ik heb echt ontzettend veel respect voor hoe Clinton dat gedaan heeft en hoe goed hij nu functioneert, terwijl hij 20 jaar lang in die omstandigheden heeft vastgezeten. Het is gewoon mensonterend.”
Hoe is het voor Clinton Young om na zo lang onder zulke omstandigheden geleefd te hebben weer vrij te zijn?
“De eerste week was voor hem echt een rollercoaster. De wereld is zoveel veranderd in 20 jaar, dat was voor hem wel een uitdaging. Maar hij doet het echt ontzettend goed en heeft nu een mindset waarbinnen hij alleen nog maar vooruit wil kijken. En hij werkt veel nu, hij zit in de olie- en gasindustrie. Dat is fysiek zwaar werk, maar hij vindt het heel leuk. Die isolatie heeft natuurlijk wel blijvende littekens achtergelaten. Heel veel mensen die in isolatie hebben gezeten zijn compleet gebroken. Maar hij niet, ik vind dat heel knap.”
Hoe is uw band met Clinton Young na al die jaren?
“Ik ken hem nu 8 jaar en we hebben zowel een vriendschappelijke als professionele relatie, maar dat hij de doodstraf had gaf wel altijd een extra zware lading daaraan omdat er zoveel op het spel staat. Dat maakt ook dat zo’n band snel veel intensiever wordt. Hij moet mij natuurlijk ook kunnen vertrouwen, want het ging wel om zijn leven. We zijn, denk ik, wel vrienden voor het leven geworden. Ik spreek hem dagelijks en zal hem altijd blijven steunen met wat hij nodig heeft. Ik heb met al mijn cliënten een goede band. Hun straf maakt wel dat het altijd intensiever is dan een band die je hebt met een cliënt die bijvoorbeeld voor een fietsendiefstal is veroordeeld. Dat maakt dit werk ook emotioneel zwaar.”
Hoe heeft het werk dat u doet en het leven dat u daardoor leidt – wat natuurlijk heel anders is dan het leven dat u had als scholier en student in Nederland – u als mens gevormd?
“Ik had een heel comfortabel leven in Nederland, ik had een goede baan, verdiende prima, had nergens zorgen om. Nu is het leven financieel veel onzekerder. Maar dit werk heeft mij heel veel rijkdom gegeven en ik leer ontzettend veel van mijn cliënten. Ik leer van hen wat er echt toe doet in het leven en dat is niet geld. Als ik kijk naar hoe positief ingesteld mijn cliënten zijn en hoe zij proberen om niet alleen te overleven in hun omstandigheden, maar er echt iets van te maken, dat leert je wel om bescheiden te blijven. Ik ben nu ook veel minder materialistisch dan ik was toen ik in Nederland woonde, toen ik gewoon alles kon kopen wat ik wilde. Ik geniet nu veel meer van kleine dingen in het leven en daar ben ik heel dankbaar voor.”
In Amerika zijn verschillende discussies gaande over het rechtssysteem, zowel op het gebied van de wapenlobby als op het gebied van de abortuswetgeving. Wat vindt u daarvan?
“Dat debat is eigenlijk altijd al gaande en Texas is natuurlijk een van de meest conservatieve staten. Mijn mening, ik ben liberaal, is hier in de minderheid. De meeste Texanen zijn niet liberaal, en zelfs liberale Texanen zijn niet liberaal zoals wij dat zijn in Nederland. Dat is iets waar je je gewoon bij moet neerleggen. Ik probeer zelf verandering teweeg te brengen door middel van het werken aan individuele zaken en niet op politiek niveau. En wat ik ook geleerd heb, is dat ik niet probeer met mensen in discussie te gaan over de doodstraf, of ze probeer te overtuigen van het feit dat ze tegen de doodstraf moeten zijn. Maar ik denk wel dat als je een gesprek aan kan gaan en mensen wat kan leren over het rechtssysteem, dat ze dan op een gegeven moment inzien dat het systeem kapot is. Amerika is zo verdeeld, je bent óf republikein óf democraat en er is zo’n grote kloof tussen die twee. Maar ondanks die verschillen kun je prima met iemand in gesprek gaan, zolang je maar respect voor elkaar hebt.”
Hebt u het ook wel eens met uw cliënten over het nieuws of over politiek?
“Ja absoluut, we bespreken ook politiek en het rechtssysteem. Zeker cliënten die onterecht zijn veroordeeld weten natuurlijk als geen ander wat er mis is met het rechtssysteem, want die zijn er zelf de dupe van. Wat je vaak ziet, is dat ze heel geïnteresseerd zijn in het rechtssysteem, in het nieuws. Al mijn cliënten lezen de krant en vinden het interessant om het nieuws bij te houden. Ook omdat ze zo lang vastzitten, dan wil je toch een bepaalde connectie houden met de buitenwereld. Ze luisteren dus naar de radio, lezen tijdschriften, boeken, kranten, om zo op de hoogte te blijven van wat er in de wereld gaande is. Ik moedig dat ontzettend aan. Ze weten vaak meer dan ik, want ze luisteren de hele dag radio en ik heb daar geen tijd voor.”
Zijn er bepaalde dingen van Nederland die u mist in Amerika?
“Ik mis vooral de Nederlandse nuchterheid en directheid. Amerikanen zullen nooit heel direct in je gezicht zeggen wat ze vinden, terwijl ik daar echt heel erg van ben en misschien ook juist omdat ik Nederlands ben. In Nederland zijn wij gewend om te zeggen wat we denken. Daar moest ik heel erg aan wennen in het begin. Ik mis ook wel het eten, niet perse de Nederlandse keuken, maar het gezonde eten. Hier is alles gefrituurd, en omdat ik zoveel onderweg ben, heb ik niet heel veel keuze in wat ik kan eten. Als ik rond etenstijd in een heel klein dorpje ben hebben ze soms alleen een McDonalds. Dat wordt dan op den duur wel saai.”
Hebt u tot slot nog een boodschap voor de lezers van dit interview?
“Iets wat dit werk mij heeft geleerd; geniet wat meer van de kleine dingen in het leven. Het maakt ons een gelukkiger mens.”
Eén reactie
Merel is een zeer fijne, onbaatzuchtige vrouw. Kunnen we allemaal van leren!