In onze serie gesprekken met interessante personen is het vandaag de beurt aan prof. dr. ir. Guus Berkhout, emeritus-hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft. Professor Berkhout ontving verschillende hoge wetenschappelijke onderscheidingen, zowel in Europa als in Amerika, voor zijn werk met big data in de geowetenschappen. Met zijn onderzoek richt hij zich op het zichtbaar maken van veranderingen binnen in de complexe aarde. Met behulp van zijn ervaring op dit gebied kijkt hij op een vernieuwende manier naar het sociaaleconomische gedrag van landen en steden en de invloed hiervan op de natuurlijke omgeving.
Professor Berkhout is van mening dat het klimaatdebat op een andere manier gevoerd moet worden. Natuurlijk is er sprake van klimaatverandering, maar het is nog helemaal niet wetenschappelijk bewezen dat CO2 daarin de dominante factor is. De verregaande, uitsluitend op rekenmodellen gebaseerde maatregelen van politici om CO2-uitstoot terug te dringen, kosten miljarden en zijn meer dan disproportioneel. Met de snelgroeiende internationale organisatie Clintel (Climate Intelligence) probeert professor Berkhout het publiek hiervan bewust te maken. Actueel Nieuws vroeg hem om een toelichting.
Kunt u voor onze lezers, die u misschien nog niet kennen, iets over uzelf vertellen?
“Ik ben inmiddels zo’n zestig jaar actief in de wetenschap. Na 12 jaar industriële ervaring kreeg ik een hoogleraarschap aangeboden aan de TU Delft. Omdat ik een gepassioneerd wetenschapper ben en al het nodige had gepubliceerd, heb ik dat uiteraard aangenomen. In Delft heb ik met mijn groep vooral veel onderzoek gedaan naar het in beeld brengen van de complexe geologische lagen van de aarde: ‘seismic imaging’. Daarnaast deden we ook onderzoek naar geluidbeheersing en met name lawaai. Ik ben altijd uitgegaan van het standpunt dat je nieuwe kennis niet alleen moet publiceren, maar ook daadwerkelijk moet toepassen en om die reden hield ik nauw contact met de industrie. Om mijn onafhankelijkheid te bewaken heb ik er wel steeds voor gezorgd niet te werken voor slechts één bedrijf, maar voor een groep van bedrijven, een zogenaamd ‘research consortium’.
Mijn onderzoek naar geluidbeheersing bracht me bij de overheid en lawaai rondom Schiphol, met daaraan verbonden een adviseurschap voor het kabinet Kok II. Mijn advieswerk voor Schiphol leidde me ook naar het klimaatbeleid van de overheid, wat natuurlijk heel dicht bij mijn geofysische kennis ligt. Tijdens mijn adviseurschap heb ik veel geleerd, over hoe de overheid werkt en dat er heel veel ‘flexibiliteit’ van je wordt verwacht als ‘onafhankelijke’ adviseur. Het is mij toen al gebleken dat het Binnenhof zelf inhoudelijk weinig kennis van zaken heeft, maar afgaat op de modellen van haar beleidsinstituten. Dat wordt nu steeds erger. Nederland wordt geregeerd door modellenmakers.”
Kunt u iets meer vertellen over waar het volgens u op het gebied van de klimaatmaatregelen aan schort? Hoe kijkt u aan tegen het Klimaatbeleid?
“De overheid heeft zich omringd door een aantal beleidsinstituten, die wel op afstand staan, maar volledig gefinancierd en gestuurd worden door diezelfde overheid. Deze instituten maken rekenmodellen om overheidsbeleid te legitimeren. Die modellen kunnen wetenschappelijk heel goed in elkaar zitten, maar omdat er allerlei aannames in zitten, is de uitkomst altijd zo om te buigen dat het model laat zien wat de opdrachtgever wil zien: ‘beleid onderbouwende modellen zijn wensmodellen in een wetenschappelijke verpakking’. Over die aannames wordt nooit gepraat, alleen over de uitkomsten. Dit was heel duidelijk bij Schiphol, waar rekenmodellen veel minder lawaai laten zien dan er werkelijk plaatsvindt.
Dit soort ‘aanpassingen’ zie je ook bij modellen over het klimaat, stikstof, etc. Men heeft klimaatmodellen geconstrueerd die aangeven dat het met de aarde helemaal misgaat door de opwarming en dat als we zo doorgaan, we aansturen op een ongekende wereldramp. Ik ben geofysicus en weet daardoor veel van het klimaat in het verleden. Het klimaat heeft in de loop der tijd altijd enorm gevarieerd; er is nooit sprake geweest van een constant klimaat. Bijvoorbeeld, in de Middeleeuwen heerste er in Europa een warm klimaat, in Engeland werd prima wijn verbouwd en in Groenland was er landbouw. Daarna ging het klimaat over naar de kleine ijstijd, rond 1400-1500 -1600, en was het bar koud. Omstreeks 1700-1800 werd het weer warmer en als geofysicus verwacht ik dat we nu ergens aan het eind van de huidige opwarmingsperiode zitten en het daarna waarschijnlijk wel weer kouder zal worden. Dat is wat we kunnen leren van het verleden.
In het heden zien we dat de wereld het nog nooit zo goed heeft gedaan – corona even daarbuiten gelaten. De aarde wordt groener en de wereldproductie van voedsel is nog nooit zo hoog geweest. Daarom zeggen wij, stop met die angstverhalen. Die komen voort uit de modellen. In plaats daarvan kijk naar de werkelijkheid! Als wetenschapper weet je dat je een model, hoe knap ook, altijd moet toetsen door het te vergelijken met de werkelijkheid, je metingen, je observaties, en vooral ook door vanuit de toekomst naar het verleden te kijken. Als je model zegt dat de toekomst er op een bepaalde manier uit zal zien en dat blijkt achteraf helemaal niet te kloppen, dan weet je dus dat je nog een hoop werk hebt te doen. Dat laatste is 100% van toepassing op klimaatmodellen.
Het is daarom onverantwoord om, als we straks de ellende van corona achter ons hebben, te blijven investeren in energietechnologieën die niet werken en ondertussen goedwerkende technologieën af te danken. Doen we dat tóch, dan gaan we een periode van grote armoede tegemoet. Het verleden laat overtuigend zien dat als je betrouwbare, betaalbare energie beschikbaar hebt, het goed zit met de welvaart. Maar zo gauw er iets met de energievoorziening mis is, dat je in grote problemen komt. Samenvattend, er staat ons veel teleurstelling te wachten omdat we een klimaatbeleid voeren dat niet op feiten, maar op institutionele rekenmodellen is gebaseerd. Dat beleid creëert angst en maakt onze economie kapot. China is de lachende derde.”
Wat is uw mening over de energietransitie om de klimaatdoelstellingen te halen?
“In de eerste plaats weten we niet goed hoe groot de invloed van CO2 is. Dat CO2 bijdraagt aan de opwarming van de aarde is duidelijk, maar hoeveel weet niemand. De energietransitie is gebaseerd op het principe dat verlaging van de hoeveelheid CO2 zou betekenen dat de klimaatverandering zou stoppen. Was het maar zo simpel. Klimaatverandering is veel ingewikkelder en laat zich niet zomaar door een CO2-knop regelen. De mens wikt, de natuur beschikt. Zoals ik eerder zei, is er altijd al sprake van variatie in het klimaat geweest. Ik zeg niet dat CO2 niet aan klimaatverandering bijdraagt, maar niemand weet hoeveel precies. Daar is nog heel veel onderzoek voor nodig. Ondertussen wordt wel al via de energietransitie aan de CO2-knop gedraaid, terwijl met vrij eenvoudige berekeningen aangetoond kan worden dat wind en zon bij lange na niet in onze energiebehoefte kunnen voorzien.
Daarnaast is Nederland een dichtbevolkt land waar we helemaal niet de ruimte hebben voor zo’n enorme hoeveelheid windturbines en zonnepanelen. Ze verknoeien ook het Nederlandse landschap en leveren een nieuwe berg afval op waar allerlei metalen in zitten die we er heel moeilijk uit kunnen halen. De huidige energietransitie is één grote dwaling. Een voorbeeld van beleidsabsurditeit: ‘Er zijn serieuze plannen om onze veestapel te halveren, maar we gaan wel door met de supervervuilende biomassacentrales’. Ik begrijp ook wel dat fossiele brandstoffen eens zullen opraken, maar met de grote hoeveelheid aardgasreserves kunnen we in de wereld zeker nog zo’n honderdvijftig jaar vooruit. We hebben dus nog de tijd, er is geen sprake van crisis. Gelukkig komen er nu berichten uit Brussel dat men aardgas gaat classificeren als een groene transitiebrandstof. Een mijlpaal!
Daar komt nog bij dat het ‘CO2-probleem’ veel en veel slimmer kan worden opgelost, dan nu wordt voorgesteld met zonnepanelen en windturbines. De nieuwe kernenergiecentrales die eraan komen zijn betrouwbaar, leveren goedkope energie, vragen weinig ruimte en er is sprake van een streng gecontroleerde manier van afvalverwerking (kijk naar wat er in China gebeurt). De toekomst is dus veelbelovend, we kunnen de jeugd een inspirerend verhaal vertellen van hoe het kan en hoe we dat samen moeten doen. Maar dan komt de politiek met angstverhalen en een inferieure energietechnologie; daar word ik wel een beetje treurig van.”
De aardbevingsschade in het Noorden van Nederland is nog steeds een groot vraagstuk en Rutte heeft het erover dat hij wil dat het Noorden gasprovincie wordt, hoe kijkt u daar tegenaan?
“Ik denk dat het Binnenhof zich diep moet schamen, want de Groningers hebben in de afgelopen zeventig tot tachtig jaar enorm veel aan onze welvaart bijgedragen en nu ze in de problemen zitten, laten we ze stikken.”
Ik las in de Telegraaf dat er op het gebied van corona volgens u een beleid wordt gevoerd waarin mensen angst wordt aangepraat. Kunt u iets meer vertellen over waarom u dat vindt?
“Het coronabeleid is vergelijkbaar met het klimaatbeleid wat betreft het grote gebrek aan kennis en de vele angstverhalen. Die angstverhalen zijn het gevolg van het voorzorgsprincipe dat de overheid graag in haar beleid gebruikt. Maar het is bij corona in zoverre anders, dat we bij klimaatverandering ruim de tijd hebben om verstandige dingen te doen en er bij de coronapandemie snel gehandeld moet worden. Ik heb dus te doen met bestuurders die met zo weinig kennis beslissingen moeten nemen. Ik ben zelf net ingeënt, en heb buitengewoon veel waardering voor de manier waarop dat gedaan wordt. De mensen op de werkvloer doen fantastisch werk, mijn kritiek richt zich op de top die onzakelijk handelt en vanuit eenzijdige adviezen onverantwoorde beslissingen neemt.
Elke pandemie en dus ook die met het coronavirus heeft twee aspecten. In de eerste plaats het aspect van het gedrag van het virus, en in de tweede plaats het aspect van de verspreiding van het virus. Als je het gedrag van het virus kunt doorgronden, brengt je dat een stuk verder, maar een fundamenteel probleem blijft dat we waarschijnlijk nooit zullen kunnen voorspellen wanneer en naar welke variant een virus muteert. Het coronabeleid wordt gedomineerd door virologen, maar die weten dat ook niet. En, met alle respect, over de verspreiding van virussen weten ze ook niet veel. Hoe het virus zich verspreidt is vooral een fysisch verschijnsel, omdat het zich via kleine zwevende deeltjes en vochtdruppeltjes door de lucht verplaatst. Ook daarover is veel nog onduidelijk. Dus het feit dat men kiest voor generieke maatregelen, omdat men het ook niet precies weet, heeft misschien wel enig effect maar zo’n lockdown gaat met enorme schade gepaard. Er wordt in de media steeds gesproken over hoeveel mensen in het ziekenhuis liggen en hoeveel sterfgevallen er zijn, maar de immense maatschappelijke schade, de wanhoop van ondernemers die hun bedrijf kapot zien gaan, de geestelijke en lichamelijke gezondheid van mensen die achteruitgaat omdat ze geen contact meer hebben met anderen, daar is veel te weinig aandacht voor. Je kan dat ook niet van virologen verwachten.
Het zou in dat kader bijvoorbeeld veel beter zijn om het simpele deconcentratieprincipe toe te passen. Daarmee bedoel ik mensen zoveel mogelijk te verspreiden in tijd en ruimte. Dus winkels niet sluiten of een kleinere openingstijd geven, maar juist open laten zijn van ’s morgens 6 uur tot ’s nachts 12 uur, zodat mensen zich kunnen verspreiden over veel meer openingsuren. En niet alleen een paar supermarkten, maar juist zoveel mogelijk winkels open. Het liefst nog extra verkooppunten erbij, zodat we mensen ook in de ruimte verspreiden. Wat wij met de huidige maatregelen hebben gedaan, is precies het tegenovergestelde. Met de coronamaatregelen worden mensen op een kluitje gedreven, terwijl je ze juist uit elkaar moet halen.
Tenslotte, er is maar één oplossing die gegarandeerd écht werkt en dat is vaccineren. Maar helaas, we begonnen veel te laat en het schiet niet op. Nogmaals dat is niet de schuld van de werkvloer, maar van de onzakelijke politiek met haar falende adviseurs. Wist u dat er nu al meer dan een half miljoen vaccins op de plank liggen te wachten? Dames en heren: ‘Niet lullen maar prikken!’.”
Op dit moment wordt in verband met corona heel erg ingezet, sowieso op vaccinatie, maar daarnaast ook op grootschalig testen. Waarschijnlijk moeten mensen binnenkort ook getest gaan worden als ze bijvoorbeeld naar een evenement of iets dergelijks willen. In de samenleving zijn er groepen mensen die dit geen probleem vinden en groepen die zich niet willen laten testen. Hoe kijkt u aan tegen zo’n testsamenleving?
“Iedereen heeft het recht zich niet te laten vaccineren. Maar bij testen ligt dat fundamenteel anders. Ik ben van mening dat je vooral nu een beroep mag doen op mensen om extra rekening met anderen te houden. Laat je testen voordat je naar een feest gaat! Ik vind het onbegrijpelijk als mensen zeggen dat het hun recht is om zich niet te laten testen. Als we anderen niet in gevaar willen brengen, moeten we ons aanpassen. Met regelmatig testen kunnen we tijdens deze pandemie veel van onze vrijheid terugkrijgen. Een goede regering weet dat overtuigend uit te leggen.”
We hebben net de verkiezingscampagnes voor de Tweede Kamerverkiezingen achter de rug, hoe vindt u dat Thierry Baudet verkiezingscampagne heeft gevoerd?
“U zal van mij geen politiek-correct antwoord krijgen. Immers, juist Thierry Baudet heeft zich tegen het onverantwoord ruime immigratiebeleid gekeerd en terecht een link gelegd met de uitzichtloze woningnood. En Baudet is de enige op het Binnenhof die voortdurend gewaarschuwd heeft dat de generieke coronamaatregelen zouden leiden tot maatschappelijke ontwrichting. Daar is hij in deze verkiezingen ruim voor beloond (van 2 naar 8 zetels!). Wel vind ik het onbegrijpelijk dat hij de ernst van de coronapandemie onderschat en zich tegen vaccinatie keert. Immers, vaccinatie is onze enige hoop om uit de pandemie te komen.”
Heeft u zelf ook ooit politieke ambities gehad?
“Jazeker, na Schiphol dacht ik, dat moet toch een stuk beter kunnen, maar het was net de tijd dat er allerlei nieuwe partijen opkwamen. We wilden ons niet aansluiten bij de lange rij van kruimelpartijen. Een politieke partij moet goede kennis hebben van de sociale relaties binnen de samenleving en van de gevoelens en verwachtingen van mensen. Dat is nodig om de maatschappelijke kant van onze wetgeving goed vorm te kunnen geven. Daarnaast is grondige kennis van de techniek in onze sterk getechnologiseerde samenleving onmisbaar. Immers, digitalisering, informatisering en robotisering spelen juist nu een uitermate belangrijke rol. Die kennis is in deze tijd nauwelijks aanwezig op het Binnenhof. Voorts moeten er lastige ethische afwegingen worden gemaakt, omdat er onvoldoende middelen voorhanden zijn om alle problemen op te lossen. Een partij die de Kamer binnenkomt met slechts 1 à 2 zetels, heeft natuurlijk niet al deze kennis in huis om het land goed te kunnen besturen. Daarom ben ik voor een kiesdrempel van zo’n 5 zetels, zodat partijen in ieder geval mensen in hun fractie kunnen kiezen die gezamenlijk de zo noodzakelijke brede kennis bezitten.”
Heeft u er vertrouwen in dat bijvoorbeeld VVD, CDA, ChristenUnie en D66 het in een volgend kabinet beter zullen gaan doen?
“Als de kiezer niet laat merken dat ze genoeg hebben van meer van hetzelfde, dan zal er niets gaan veranderen. De fracties van de grote partijen zijn onthutsend eenzijdig. Het zijn bijna allemaal ambtenaren die op dezelfde manier denken als hun voorgangers. Als we echt willen dat het anders wordt, dan moet er een hele andere bemensing komen. Bestuurders die de verschillende facetten van de samenleving goed kennen en daar ruime ervaring mee hebben.”
Ik heb eigenlijk wel een brutale vraag aan u, wie lijkt u nou een goede president voor Nederland?
“Als ik mezelf even niet noem” – met een brede lach -, “dan moet dat niet iemand zijn van het Binnenhof. Ik denk dat het iemand moet zijn die jarenlang succesvol ervaring heeft met het leiden van een internationale organisatie die niet aan het infuus ligt van de overheid. Ik wil niet direct een naam noemen, maar ik heb wel duidelijk een aantal mensen in mijn hoofd waarvan ik denk dat die een topteam zouden kunnen samenstellen. Een land besturen doe je namelijk niet alleen, maar samen met een breed team van deskundige mensen.”
Onlangs is er een rapport van een viertal onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam verschenen, misschien heeft u er wel van gehoord, “Grenzeloze verzorgingsstaat, gevolgen van immigratie voor overheidsfinanciën”. In de Telegraaf las ik een artikel waarin stond dat de UvA op basis van dit rapport een emeritus-hoogleraar op de strafbank heeft gezet. Wat vindt u van deze inperking van de academische vrijheid?
“Ik heb dat natuurlijk aan den lijve ondervonden in mijn Schipholtijd en nu met Clintel. Wetenschap is nu eenmaal geen democratie. De waarheid wordt niet bepaald door consensus! Een hoogleraar die een duidelijk, maar kritisch rapport schrijft dat gebaseerd is op harde feiten en dan wordt verketterd, dat betekent het einde van onafhankelijke wetenschap. Het College van Bestuur van de UvA moet zich diep schamen.”
Ik heb nog een laatste vraag die ik aan alle geïnterviewden stel, heeft u nog een boodschap voor de lezers?
“Ja, ik heb zeker een boodschap voor de lezers! Als we écht willen dat Nederland een welvarend land blijft en een gelukkiger land wordt, dan moeten we zorgen dat we de trap op het Binnenhof van bovenaf schoonvegen. Laten we dus massaal de Nationale Overkoepelende Petitie (NOP) tekenen, – https://www.cfgsec.com/democratie/ – want dan kunnen we met elkaar nog invloed uitoefenen op de kabinetsformatie. We moeten voorkomen dat de situatie blijft zoals die nu is.”
2 reacties
Zo is het, en niet anders.
Dit geluid moet niet alleen wijd verspreid worden maar ook vaak herhaald en door meerderen die alle groepen in de nederlandsche samenleving op begrijpelijke kunnen aanspreken.
Hulde voor dit interview!
Een enigszins lang artikel dat maar één boodschap heeft: ga zo snel mogelijk beginnen met het installeren van kerenreactoren.
En probeer hansworsten als Nijpels en Timmermans zo snel mogelijk kwijt te raken.