Eva van Esch, Tweede Kamerlid voor de Partij voor de Dieren, studeerde HBO Journalistiek en deed daarna een master Milieu-Maatschappijwetenschappen aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Haar aandachtsgebieden in de Tweede Kamer, de dossiers Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Binnenlandse Zaken, Wonen, Stadsnatuur, Preventie, Milieu, Circulaire Economie, Vuurwerk, Burgerrechten en Racisme en Discriminatie, sluiten hier prima op aan. Actueel Nieuws besprak met haar het leven als Tweede Kamerlid en de ontwikkelingen op het gebied van een gezonde voedsel- en leefomgeving en de circulaire economie.
Kun je voor de lezers die je misschien nog niet kennen iets over jezelf vertellen?
Ik ben 36 en ben in 2019 Kamerlid van de Partij voor de Dieren geworden toen Marianne Thieme stopte. Op dat moment stond ik nummer 6 op de kandidatenlijst en kon daardoor doorschuiven naar deze plek. Daarvoor was ik gemeenteraadslid en fractievoorzitter van de gemeenteraadsfractie van de Partij voor de Dieren in Utrecht, waar ik nog steeds woon. Ik heb een hele tijd gewerkt op het partijbureau in Amsterdam en daar heb ik van alles gedaan rondom communicatiezaken, bijvoorbeeld van het opzetten van onze website en social media kanalen, tot het schrijven van een nieuwsbrief en nieuwsberichtjes, meewerken met campagnes en een stukje van het internationale gedeelte van de Partij voor de Dieren. Mijn hele werkende leven is zo’n beetje Partij voor de Dieren gefocust. Als Kamerlid doe ik alles rondom Binnenlandse Zaken, waar ik vooral het onderwerp wonen oppak. Ik heb ook nog het hele ministerie van VWS, waar we natuurlijk afgelopen jaren heel veel rondom corona hebben gezien, maar waar ik vooral met de gezonde voedselomgeving bezig ben en vanuit Infrastructuur en Waterstaat doe ik een aantal dossiers zoals circulaire economie en gezonde leefomgeving.”
Je bent inmiddels 1197 dagen Kamerlid. Hoe ziet een werkdag van een Tweede Kamerlid zoals jij er gemiddeld genomen uit?
“Dat is een leuke vraag! Op donderdag, aan het einde van de middag, komt er een conceptschema voor de plenaire agenda van de week daarop. Afhankelijk daarvan bepaal ik hoe mijn week er de volgende week uitziet, maar dat kan altijd weer wijzigen, waardoor er punten afvallen of er iets geschoven wordt. Je leeft dus wel een beetje van dag tot dag, soms heb je hele drukke dagen en soms dagen waarop je relaxter kunt werken. Ik had bijvoorbeeld deze week zelf geen debatten waarvan ik het gevoel had dat ik eraan mee moest doen. Je kunt aan veel debatten meedoen, maar ik kijk altijd of het voor ons als partij toegevoegde waarde heeft om onze visie te geven. Vandaag was ik om 10 uur op kantoor. Ik heb in de ochtend gewerkt aan twee schriftelijke inbreng stukken, waar de deadline 12 uur voor was, over de grondstofstrategie en over gezond en goed drinkwater. Ik ben ook nog bezig geweest met het maken van schriftelijke vragen rondom gezonde leefomgeving en stikstof. Vanmiddag heb ik nog een gesprek over de afronding van een aangenomen motie van mij over het voorkomen van het gebruik van wegwerpbekers hier in het gebouw, om te zien in hoeverre de facilitaire dienst zo’n motie ook daadwerkelijk gaat uitvoeren. En ik ben vandaag al bezig geweest met de voorbereidingen voor het debat van volgende week donderdag over externe veiligheid. Dat gaat onder andere over gezondheidsproblemen van mensen die wonen rondom Tata Steel.”
Als een motie wordt aangenomen, wat gebeurt er dan daarna? Moeten die ook nog eerst door de Eerste Kamer?
“Moties hoeven niet langs de Eerste Kamer, alleen wetsvoorstellen moeten nog een keer door de Eerste Kamer worden beoordeeld. Meestal heb je moties waarin je het beleid van de regering wilt wijzigen, maar in dit geval wilde ik eigenlijk het beleid van ons als Tweede Kamer organisatie veranderen. Er komt Europese wetgeving aan die erop gaat aandringen om zo min mogelijk wegwerpbekers te gebruiken en ze ook duurder te maken. Dat vind ik allemaal heel belangrijk en goed, maar ik vind ook dat je dan in je eigen Tweede Kamergebouw het goede voorbeeld moet geven door te zeggen, als wij van burgers gaan verlangen dat ze hun eigen beker meenemen en we vinden dat mensen zo duurzaam mogelijk moeten zijn, dan moeten we dat zelf ook gewoon uitdragen. Die motie is vorig jaar aangenomen, daar was ik heel blij mee. Het is nu in uitvoering, dan heb je met elkaar ook contact over hoe zo’n uitwerking van een motie gaat.”
Komt het ook wel eens voor dat een motie van jou of een collega in de fractie is aangenomen, maar vervolgens gewoon niet wordt uitgevoerd?
“Helaas gebeurt dat ook regelmatig, zelfs bij aangenomen amendementen en dus eigenlijk wetgeving, waarvan je dus als Kamer hebt aangegeven, wij vinden dat het moet worden uitgevoerd. Het kabinet vindt dat dan heel erg ingewikkeld, of wil dat eigenlijk niet, dan gaan ze óf heel lang treuzelen, óf een verkeerde reden geven waarom ze vinden dat de motie wel is uitgevoerd. Je moet een flinke dosis geduld en soms ook wel een beetje uithoudingsvermogen hebben in Den Haag, want in zulke situaties moet je weer opnieuw partijen proberen te strikken om zo’n motie in te dienen.”
Zijn er bepaalde Kamerleden van andere fracties waar je graag samen moties mee indient?
“Het hangt een beetje van het dossier af, dat is wisselend moet ik eerlijk zeggen. Op zich werk ik wel veel samen met Kauhtar van GroenLinks, bijvoorbeeld bij Tata Steel merk je dat die partij echt dezelfde denkrichting heeft. Op bijvoorbeeld gezondheidspreventie en de gezonde leefomgeving probeer ik ook veel met Jeannette van der Laan van D66 samen te werken om daar te zien hoe we elkaar kunnen vinden, maar ik heb bijvoorbeeld ook samengewerkt rondom drugsdumpingen en de schade die dat toebrengt aan het milieu met Mirjam Bikker van de ChristenUnie. Dus het is erg wisselend per thema. Ik heb niet perse zoiets van met die partijen wil ik niet samenwerken, maar op een gegeven moment heb je na een aantal jaar wel een beetje de feeling van met die partijen of met die personen bespreek je vaker dezelfde onderwerpen, zie je dat je raakvlakken hebt en zoek je elkaar voor samenwerkingen op.”
Ben je ook bevriend met sommige Kamerleden van andere fracties?
“Nee, ik spreek niet met collega’s af om naar concerten te gaan. Ik heb wel een aantal oud collega gemeenteraadsleden die ik nog ken van de gemeenteraad in Utrecht, waarvan ik het wel gezellig vind om elkaar af en toe even op te zoeken. Dan proberen we of met elkaar mee naar huis te rijden, of we zien elkaar in de trein en dat voelt toch wel een beetje als de Utrecht club, laat ik het maar even zo zeggen, daar heb ik een iets warmere band mee.”
Gaat het er lokaal dan ook wat gemoedelijker aan toe dan landelijk?
“Of je met 45 man werkt, zoals in de Gemeenteraad van Utrecht, of met 150, is natuurlijk wel een groot verschil. Met 45 mensen leer je elkaar veel beter kennen en heb je ook met die groep wel eens een etentje of een borrel. Dat is dus wel echt een andere setting dan in Den Haag. Wanneer je hier in wat kleinere clubs werkt, zoals bijvoorbeeld de Commissie Infrastructuur en Waterstaat, dan vind je wel wat je ook in de gemeenteraad ziet. Maar verder is het wat meer op je eigen partij gericht, wat ook heel gezellig is.”
Ik zag op je LinkedIn dat je ook HBO Journalistiek hebt gestudeerd. Volgde je op dat moment ook al de politiek en was je ermee begaan, of is dat pas later gekomen?
“Ik ben op zich altijd wel begaan geweest met de politiek, maar in mijn studietijd heb ik geen grotere betrokkenheid gehad dan mijn stem uitbrengen. Het zelf willen opkomen voor de specifieke belangen waar ik nu voor opkom en dat ook doen als volksvertegenwoordiger, dat is pas gegroeid op het moment dat ik bij de Partij voor de Dieren werkte. Toen dacht ik, ik wil deze idealen ook graag naar buiten toe vertolken. Daarvoor heb ik dat eigenlijk niet echt bij een andere politieke partij gehad.”
Wat wil je de komende tijd graag bereiken?
“Circulaire economie wordt wel een interessante start van dit jaar, er komt nu eindelijk een Nationaal plan Circulaire economie vanuit de regering. We zijn alweer op de helft van deze regeerperiode en vanuit de portefeuille is er op dit gebied nog niet veel waarvan ik denk, we zijn echt verder gekomen. We hebben de afgelopen jaren vooral veel gepraat en heel veel gewacht. Ik vind dat op het gebied van circulaire economie de tijd rijp is om ook bezig te zijn met het minder gebruiken van grondstoffen en minder gebruiken van spullen. Niet alleen recyclen van spullen is uiteindelijk de oplossing, maar ook echt minder kleding en spullen verschepen in grote containers vanuit China naar hier, omdat we allemaal wegwerpproducten als een soort van standaard zijn gaan zien. Dus daar wil ik me vooral op inzetten. Ik ben dus heel benieuwd naar het Nationaal plan Circulaire economie. Ik vrees dat daar weer vooral de nadruk zal liggen op recyclen, maar dan kom je dus nooit los van het idee dat we voor de leefbaarheid van de aarde ook echt minder spullen moeten gaan gebruiken. Die ongezonde leefomgeving en ongezonde voedselomgeving, daar blijf ik altijd veel mee bezig, omdat ik gewoon merk dat ik daar echt een drive voor heb, omdat ik het zo bizar vind hoe we in een wereld zijn beland waarin de voedselindustrie ons eigenlijk domineert en vertelt wat wij moeten eten en dat deze regering nog steeds net doet alsof het onze eigen keuze is. Ik denk dat het belangrijk is om daar doorheen te gaan prikken, en daar blijf ik zeker de aankomende tijd ook achteraan zitten.”
Er heerst een bepaald wantrouwen rondom het klimaatbeleid, denk bijvoorbeeld aan de boerenprotesten, sommige politici ontkennen zelfs de stikstofcrisis. Hoe denk jij dat het draagvlak voor het klimaatbeleid vergroot kan worden?
“Ik heb het gevoel – maar misschien is dat onze bubbel waar we in zitten – dat er vanuit veel jongeren juist heel veel draagvlak is om meer te doen voor het klimaat dan er nu wordt gedaan door deze regering. Als je ziet wat voor immense protesten er nu zijn, bijvoorbeeld in Duitsland vooral jongeren die daar staan en proberen bruinkool tegen te houden en ook echt aangeven, het is onze toekomst die je daardoor om zeep aan het helpen bent. Ik haal er veel positieve energie uit om te zien dat daar veel twintigers staan die dapper strijden om te laten zien dat ze het er oneens mee zijn. In Nederland zie je dat ook steeds meer, dus ik hoop vooral dat veel van deze jongeren bij de aankomende Provinciale Statenverkiezingen laten zien dat ze hun stem laten gelden in het stemhokje, want dat is natuurlijk belangrijk. Ga vooral demonstreren, maar vergeet ook je democratische recht niet om straks aan te geven welke partij wat jou betreft in ieder geval voor jouw toekomst op moet komen.”
De Partij voor de Dieren staat in de laatste Een Vandaag peiling op 8 zetels, terwijl de Boer Burger Beweging bijvoorbeeld ook op 13 zetels staat. Dat is een bepaalde kracht waar jullie misschien wel een beetje tegenover staan. Ik ben wel benieuwd hoe je dat duidt?
“Je ziet inderdaad in dat opzicht dat er ontevredenheid is over hoe het gaat en daar is een onderscheid in. Die ontevredenheid kan een stem op de Partij voor de Dieren betekenen als je ontevreden bent over het klimaat. Als je ontevreden bent over onder andere het beleid van deze regering als het gaat om stikstof, dan voelt een stem op de BBB waarschijnlijk als een logische keus. Je ziet dus dat we, laten we eerlijk zijn, inderdaad als tegenpolen tegenover elkaar staan. En je ziet ook dat het dus niet lukt om een hele groep in Nederland te vertellen hoe belangrijk het is dat we onze natuur beschermen. Wat wij natuurlijk wel echt een essentieel onderdeel vinden van die leefbare aarde en leefbaar Nederland is dat je een gezonde en goede natuur hebt met een biodiversiteit die gezond is, want anders kunnen straks toekomstige generaties hier niet meer in Nederland leven, hebben ze geen gezonde lucht meer en zonder natuur kunnen wij als mens niet leven. Wij zijn als Partij voor de Dieren blij dat nu eindelijk het besef bij het kabinet ligt dat het anders moet. Alleen je ziet natuurlijk – en dat snap ik wel van veel potentiële ontevreden kiezers – dat ditzelfde kabinet en diezelfde politici jarenlang net hebben gedaan of hun neus bloedde en al die mensen iets anders hebben voorgehouden. Dus je hebt jarenlang gehoord, ga maar lekker door, we vinden het prima wat je doet, we geven je extra stimulans. Als je dan nu zegt, oh, nee toch niet en je legt ook nog eens het probleem bij die mensen op hun bord, dan snap ik wel dat mensen denken, maar de afgelopen jaren heb je constant tegen me gezegd, go for it, daar heb ik leningen voor afgesloten, heb ik een tweede hypotheek voor afgesloten, van alles gedaan omdat jij als politicus tegen mij hebt gezegd dat ik ervoor kon gaan en dan ga je nu zeggen, zoek het maar uit. De oplossing is alleen helaas niet om dan maar te stoppen met het stikstofbeleid. Maar dat mensen daar ontevreden van worden is natuurlijk wel te begrijpen vanuit het perspectief op hoe dit kabinet het heeft aangepakt.”
Dan een heel ander onderwerp. Er worden mooie beloftes over het openbaar vervoer gedaan, maar ondertussen wordt reizen met de trein steeds duurder en wordt er nu zelfs gestaakt, dat wekt wel een bepaald wantrouwen. Ik weet dat de Partij voor de Dieren pro openbaar vervoer is en dat jullie dat ook in het verkiezingsprogramma hebben staan, maar ik ben wel benieuwd hoe jij dat duidt.
“Uiteindelijk gaat het natuurlijk over politieke keuzes. Ik vind wel dat daar open en eerlijk over moet worden gedaan, want het grootste budget gaat nog steeds naar het faciliteren van autoverkeer. Er wordt gezegd, we willen het treinverkeer stimuleren, maar ondertussen wordt niet het budget gegeven dat nodig is om dat ook daadwerkelijk te doen. Ik snap echt niet waarom we niet zo’n prachtig initiatief als in Duitsland overnemen, waar de afgelopen zomer mensen voor heel weinig geld met de trein konden. Daarmee laat je zien hoe belangrijk je het voor iedereen vindt om met de trein te kunnen reizen, ongeacht de dikte van je portemonnee. Op het moment dat dat besef er nog niet is – en dat is er bij dit kabinet nog niet – vrees ik dat het niet veel anders gaat worden dan mooie woorden af en toe en dat er nog steeds elke keer duurdere kaartjes en minder treinen komen. Ik ben een fervente treinreiziger, dus ik kan de frustratie over treinreizen delen en snappen, want ik ervaar het zelf ook. Je kunt alle problemen natuurlijk neerleggen bij de NS die het anders kan doen, maar je moet ook investeren en er geld voor vrijmaken en dan ook gewoon wel een keer gaan voor zo’n plan als in Duitsland is geïntroduceerd. Als je dat niet doet, ga je meer mensen toch weer adie auto in krijgen en uiteindelijk zou je voor dat leefbare Nederland precies anders willen.”
Dan mijn laatste vraag, heb je nog een boodschap voor de lezers van het interview?
“Ik denk vooral dat ik aan je lezers wil meegeven, ga je vast zelf een beetje verdiepen in wat de partijen waar je op kunt gaan stemmen willen en ga vooral straks bij de verkiezingen ook stemmen. Laat ook op die manier van je horen en laat weten wat je belangrijk vindt dat er in de provincie, bij het waterschap en natuurlijk ook in de Eerste Kamer gebeurt. Welke kant vind jij dat Nederland op zou moeten?”