Interview met Don Ceder

Don-Ceder

‘Het is belangrijk om aandacht te blijven vragen voor wat echt telt’ 

In onze serie interviews met interessante en bijzondere mensen is het vandaag de beurt aan advocaat en politicus Don Ceder. 

In 2013 voltooide hij de studie Rechten, waarna hij mensen bijstond die problemen met incassobureaus hadden. De bijdrage die hij leverde aan het versterken van de rechtspositie van consumenten leverde hem in datzelfde jaar een nominatie voor de titel ‘Amsterdammer van het jaar’ op. Het was tevens het jaar waarin hij zich voor de eerste keer namens de ChristenUnie verkiesbaar stelde bij de gemeenteraadsverkiezingen. 

In 2015 startte hij zijn eigen sociale advocatenkantoor genaamd Ceder Advocatuur, waar hij met name mensen met schulden bijstaat. In datzelfde jaar was hij voor de Noord-Hollandse Provinciale Statenverkiezingen opnieuw verkiesbaar. Hij werd niet verkozen, maar wel tot duo-commissielid benoemd. Die functie heeft hij tot 2018 vervuld. 

In maart 2018 was Ceder de lijsttrekker van de ChristenUnie bij de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen. Het was de eerste keer dat de ChristenUnie een zetel in de Amsterdamse gemeenteraad wist te bemachtigen, waarmee Ceder het eerste raadslid voor de partij in Amsterdam werd (en is). Ook in 2019 en 2020 stond Ceder op de kandidatenlijst van de ChristenUnie, zowel voor de provinciale verkiezingen als voor de Europese Parlementsverkiezingen. 

Het jaar 2018 was tevens het jaar waarin Ceder een plaats op de lijst 30 Under 30 Europe van het tijdschrift Forbes kreeg, in de categorie Recht & Wetgeving. De reden daarvoor was zijn innovatieve inzet op het gebied van armoede en schulden. In 2019 werd hij voor zijn werk als advocaat genomineerd voor een Gouden Zandloper Award. In 2020 kwam daar een plek op de MIPAD-lijst bij, een lijst met de invloedrijkste personen van Afrikaanse komaf die jonger zijn dan 40 jaar. 

Naast zijn werk als fractievoorzitter van de ChristenUnie in de Amsterdamse gemeenteraad staat hij op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2021. Wij vroegen hem naar zijn mening over het imago van Amsterdam, de aankomende verkiezingen en natuurlijk de coronacrisis.

Naast uw werk als advocaat en gemeenteraadslid doet u ook iets voor de Koninklijke Landmacht, kunt u daar iets over vertellen? 

“Dat klopt, ik ben ook actief als reservist. Ik kan hierdoor verschillende (juridische) projecten ondersteunen met een mooie groep mensen en ik hoop daar nog hele mooie dingen voor te mogen doen.” 

Interessant. Heeft u nog meer nevenwerkzaamheden? 

“Ja, ik ben lid van de Raad van Toezicht bij het Fonds voor Cultuurparticipatie. Diezelfde functie vervul ik ook bij Stichting Tear, een organisatie die zich richt op ontwikkelingssamenwerking. Ik ben tevens lid van de adviesraad van de Vrije Universiteit en sinds kort mag ik als NATO 2030 Young Leader samen met een mooie groep mensen nadenken over de toekomst van de NAVO en hierover advies geven aan de Secretaris-Generaal.” 

U bent al langere tijd politiek actief als fractievoorzitter bij de ChristenUnie. U heeft in een ander interview verteld dat u de politiek in bent gegaan om dingen te veranderen. Kunt u iets meer over die drijfveer vertellen? Hoe bent u in de politiek terecht gekomen? 

“Als advocaat heb ik gezien wat de negatieve effecten van beleid kunnen zijn en welke gevolgen het kan hebben als beleid niet goed aansluit op de samenleving. Dat heeft ertoe geleid dat ik mensen niet alleen op individuele basis, maar ook vanuit de beleidskant wil helpen. Nadat ik in aanraking kwam met mensen die te maken hadden met juridische problemen als gevolg van regelgeving die knelt, ontwikkelde ik een passie voor die beleidskant. Ik wilde meepraten over beleid. Daarom ben ik de politiek in gegaan.” 

Hoe bent u zo actief geworden bij de ChristenUnie? Zijn er bijvoorbeeld mensen die u kent actief bij die partij? Of heeft u voor uw functie gesolliciteerd? 

“Een vriendin van me was actief bij de ChristenUnie en via haar ben ik in contact gekomen met andere leden. Vervolgens heb ik via deze contacten weer stage mogen lopen tijdens mijn rechtenstudie, waardoor ik negen maanden lang een Kamerlid mocht ondersteunen. Ik voelde me er steeds meer op mijn plek, ook als het gaat om hoe de ChristenUnie naar de samenleving kijkt. Toen ik besloot actief te worden in de politiek, was de ChristenUnie voor mij dan ook een logische keuze.” 

Hoe reageerde uw omgeving erop dat u politiek actief werd voor de ChristenUnie? 

“Ik kreeg voornamelijk positieve reacties vanuit mijn omgeving. Ze vonden het wel bij me passen. Dat is voor mij wel belangrijk geweest. De steun van mijn omgeving maakte dat ik het ook steeds serieuzer nam.”

U bent al eerder kandidaat geweest voor de Tweede Kamerverkiezingen. Was u teleurgesteld toen u naast de zetel greep? 

“Als je als doel hebt om een zetel te behalen – omdat je vanuit de Kamer het land hoopt te kunnen dienen – maar dat lukt nietJa, dan is dat teleurstellend. Tegelijkertijd kon ik me er snel overheen zetten, omdat ik ook met andere mooie dingen bezig was. Ik had mijn handen vol met mijn werkzaamheden als advocaat. 

Niet lang daarna kwamen bovendien de gemeenteraadsverkiezingen om de hoek kijken. Toen werd ik als lijsttrekker voor de ChristenUnie in Amsterdam gekozen, waardoor ik vrij snel de knop wist om te zetten en mij ging richten op Amsterdam. Ik ben heel blij dat het ons is gelukt om voor de allereerste keer in Amsterdam een zetel te behalen namens de ChristenUnie.” 

Wat wilde u als lid van de ChristenUnie binnen de gemeenteraad graag veranderen? Is dat allemaal gelukt? 

“Als politicus moet je veel geduld hebben en accepteren dat er ook veel niet gaat lukken. Een aantal punten hebben we echter wel kunnen oppakken. Zo hebben we aandacht gevraagd voor de rechten van ongedocumenteerde jongeren in de stad, waar er heel veel van zijn. Ook hebben we samen met D66 een voorstel gedaan voor een spreekuurrechter in de wijk. Ik vind dat de toegang tot het recht laagdrempelig zou moeten zijn en dat we moeten kijken hoe we dat op innovatieve manieren mogelijk kunnen maken. Hoewel we maar één van de vijfenveertig zetels hebben, ben ik blij dat we op een aantal punten toch een verschil hebben kunnen maken.” 

Mij is opgevallen dat u aandacht heeft besteed aan onderwerpen als prostitutie. Hoe was het voor u om daar binnen de politiek aandacht aan te besteden en wat waren de reacties daarop? U had daar andere standpunten over dan de meeste politieke partijen. 

“Ik heb vanaf het begin van mijn raadsperiode al gezegd dat ik het belangrijk vind dat Amsterdam een ander imago krijgt. De stad staat internationaal nog altijd bekend als stad van vrije drugs en prostitutie en ik denk dat Amsterdam een beter imago verdient. In het begin merkte ik dat men daar in de raad nog niet klaar voor was om dat zo te horen. 

Tegenwoordig merk ik echter dat die discussie verschoven is. Ook de burgemeester heeft erkend dat het internationale imago van Amsterdam anders zou moeten. De toon van discussie die we voeren over het verhuizen van de prostitutieramen en drugs is veranderd: het zijn serieuze gespreksonderwerpen geworden. We hebben dat natuurlijk niet in ons eentje voor elkaar gekregen, maar we hebben wel altijd aangegeven dat het anders moest. Ik ben blij dat het ook politiek is gaan leven en dat er nu ook echt gestreefd wordt een ander type toerist aan te trekken naar de stad.”

Is er volgens u tegenwoordig ook meer aandacht voor het discriminatie en diversiteit dan toen u in 2015 de politiek in ging? Ziet u daarin ook dingen veranderen? 

“Dat zie ik in Amsterdam zeker gebeuren. Wat daarbij geholpen heeft, is dat raadsleden van verschillende achtergronden na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 bij elkaar zijn gekomen om dit soort thema’s bespreekbaar te maken. Daardoor kwam er meer aandacht voor thema’s rondom racisme. Dat leidde er onder andere toe dat het voorstel voor excuses voor het slavernijverleden – mede-ondertekend door de ChristenUnie – is aangenomen. Het onderwerp leeft nu, maar moet ook voor de langere termijn een bespreekpunt blijven. Ik hoop dat partijen het gesprek blijven voeren en beleid ook kritisch blijven volgen.” 

Als u gekozen zou worden als Kamerlid, wat zou dan uw bijdrage zijn in het racismedebat? Hoe denkt u zich tegen racisme in te gaan zetten? 

“Mijns inziens moet de Tweede Kamer de randvoorwaarden voor gelijkwaardigheid binnen de samenleving bewaken. Uit onderzoeken en steekproeven blijkt nog steeds dat een achternaam er wel degelijk toe doet bij sollicitaties. Dat kan gewoon niet en laat zien dat we nog een weg met elkaar te gaan hebben. 

Tegelijkertijd denk ik dat we niet alles van de overheid moeten en kunnen verwachten. Ik denk dat er sterk leiderschap nodig is, zowel vanuit de samenleving als vanuit gemeenschapsleiders, kerken, ouders, ondernemers en leraren om dit veelkoppig monster aan te pakken. We moeten ervoor zorgen dat we het gesprek met elkaar aangaan, elkaar aanspreken wanneer het mis gaat en ervoor zorgen dat we het gesprek blijven voeren. Ik geloof niet dat de overheid van bovenaf de samenleving kan veranderen. Uiteindelijk moet de samenleving ook haar verantwoordelijkheid nemen en ervoor zorgen dat iedereen gelijke kansen krijgt. Dat is iets waar we allemaal een bijdrage aan kunnen leveren, maar ook allemaal verantwoordelijk voor zijn.” 

Als u in de Tweede Kamer zou komen, voor welke portefeuille zou u zich dan willen inzetten? 

“Ik heb het uiteraard niet in mijn eentje voor het zeggen. De sociale thema’s liggen echter wel het dichtst bij de kwesties waar ik de afgelopen jaren mee bezig ben geweest. Het is echter iets wat nog niet aan de orde is.”

Is het ook zo dat u nu extra nadenkt over de tijd na maart 2021? Of bent u vooral bezig met het heden? 

“Ik ben nu volop met Amsterdam bezig. We hebben als gevolg van de coronacrisis echt te maken met grote economische uitdagingen. We zitten midden in de behandelingen voor de begroting voor 2021, waarbij we vaststellen wat we het komend jaar wel en juist niet gaan doen. Het is belangrijk dat we daar zorgvuldig beleid over voeren. Wij hebben als ChristenUnie ook een tegenbegroting opgesteld. Dat vonden wij belangrijk, omdat we daarmee konden laten zien dat er ook andere keuzes mogelijk zijn. 

Een voorbeeld: de aankomende bezuinigingen bij noodopvang voor dakloze gezinnen. Dat is een voorstel dat wij onacceptabel vinden. We hebben aangegeven dat we dat willen terugdraaien en hebben daar een andere financiering voor. Ook de aangekondigde bezuinigingen op bibliotheken: door deze keus zouden vestigingen in de meest kwetsbare wijken moeten sluiten. Wat ons betreft kan dat gewoon niet. Bibliotheken zijn een hele belangrijke sociale voorziening, juist voor kwetsbare mensen. Wij vinden dat dat behouden moet blijven. 

Er zijn momenteel dus genoeg uitdagingen waar mijn focus momenteel naar uitgaat. Ik hoop dat we Amsterdam door deze crisis kunnen loodsen en kunnen gaan bouwen aan een sterke en robuuste economie. Een economie die niet al te zwaar leunt op laagwaardig toerisme, zoals de afgelopen jaren wel het geval is geweest.” 

Uw moeder is onlangs overleden. Hoe heeft u dat ervaren? 

“Dat is natuurlijk een enorm gemis. Ik denk tegelijkertijd dat het iets is waarbij je pas op langere termijn kunt terugkijken naar hoe je het proces ervaren hebt. Vanwege mijn geloof weet ik dat ik haar op een dag weer mag zien en dat is voor mij wel een troost. Het wegvallen van zo’n belangrijk iemand in je leven plaatst zaken wel in perspectief over wat er echt belangrijk is.” 

Terugkomend op de politiek: wat zou u graag anders zien in de Nederlandse politiek? 

“Het debat gaat naar mijn mening heel vaak over toon en timing en niet altijd over de inhoud. Het gaat vaak om beeldvorming bij randzaken, waardoor de echte argumenten in debatten soms op de tweede plaats staan. Dat vind ik jammer, omdat ik het gevoel heb dat je daardoor niet altijd een even volwassen gesprek met elkaar voert over wat voor land we willen zijn en wat echt belangrijk is. Ik hoop dat we daar de komende jaren wat meer scherpte in krijgen. Dat komt iedereen in dit land en in de politiek ten goede.” 

Wat zijn volgens u de grootste problemen in Nederland? 

“Het is belangrijk om aandacht te blijven vragen voor wat echt telt. Wat ik zie, is dat het beleid niet altijd aansluit op de werkelijkheid en dat heel veel mensen daardoor tussen wal en schip terechtkomen. Ik zou meer aandacht voor die mensen willen. Denk aan mensen in schulden en aan de vele dak- en thuislozen. Met name onder jongeren heeft er een groei plaatsgevonden bij die categorieën. Daarnaast

zijn er veel ongedocumenteerde jongeren die hier geboren en getogen zijn, maar geen perspectief hebben. Dat vind ik een belangrijk thema waar in de politiek te weinig aandacht voor is. 

Een ander punt wat de komende periode centraal zal staan: de gevolgen van de coronacrisis. Er komt een schuldengolf aan, wat betekent dat we ons extra moeten gaan inzetten voor mensen die door de crisis in de schulden terecht zijn gekomen. Ook op dat gebied zal de overheid echt naast mensen gaan moeten staan. Ik hoop daar een mooie bijdrage aan te kunnen leveren.” 

Dan een vraag over uw geloof: wat betekent het voor u om christen te zijn? 

“Dat is iets wat ik elke dag uit probeer te dragen. Ik geloof dat we allemaal geschapen zijn met een reden, dat niemand hier per toeval is. Dat betekent ook dat elk leven waardevol is. Daar probeer ik ook vanuit de politiek voor op te komen, zodat elk leven een eerlijke kans krijgt om tot volle bloei te komen. Dat is een uiting van mijn geloof en iets wat ik dagelijks probeer uit te dragen.” 

U heeft ook aandacht besteed aan het onderwerp abortus. Hoe staat u daar verder in? Gaat u in de toekomst nog meer aandacht aan dat onderwerp besteden? 

“Het is belangrijk dat we een goed gesprek blijven voeren rondom keuzehulp bij zwangere vrouwen. Ik denk dat gemeenten er goed aan doen om extra goed te kijken naar welke mogelijkheden er zijn om zwangere vrouwen die in een noodsituatie zitten te ondersteunen. Denk aan bijvoorbeeld financiën, huisvesting en sociale voorzieningen. Zo kunnen we iemand die in een bepaalde noodsituatie zit ook echt ondersteunen. Ik denk dat dat echt beter kan, daar is nog veel winst te behalen. Daarom vraag ik er lokaal en landelijk aandacht voor.” 

Wat is op dit moment het verschil tussen de ChristenUnie en de SGP? Ze werken immers veel samen en hebben veel met elkaar gemeen. 

“Er zijn thema’s waarbij beide partijen een soortgelijke visie hebben, maar wat betreft andere thema’s valt er genoeg te kiezen. Op economisch gebied heeft de ChristenUnie bijvoorbeeld echt veel aandacht voor de meest kwetsbaren, waaronder vluchtelingen. Daarnaast heeft de ChristenUnie oog voor de schepping, het klimaat en de internationale uitdagingen waar we op dit moment voor staan.” 

De SGP laat zich vaak kritisch uit over de Europese Unie. Hoe denkt u daar zelf over? 

“De Europese Unie is een hele belangrijke factor als het om vrede en stabiliteit in Europa gaat. De ChristenUnie heeft niet het voornemen om op dat vlak rigoureuze maatregelen voor te stellen. Het is wel goed om scherp te blijven kijken naar het eeuwige spanningsveld; namelijk waar de macht en bevoegdheden van de Europese Unie ophouden en ervoor waken dat nationale overheden niets meer te zeggen hebben. We hebben met het EU-Herstelfonds na de uitbraak van de coronacrisis gezien dat

dat soms kan schuren. Je moet een gezonde balans zoeken tussen een sterke Europese Unie en voldoende zeggenschap van nationale overheden.” 

Sinds maart is er in Nederland veel veranderd. Hoe heeft u de coronacrisis tot nu toe ervaren? 

“De crisis heeft ons allemaal overvallen en geleid tot moeilijke situaties, zoals sterfgevallen, afstand moeten houden en ondernemers die het zwaar hebben. Dat valt velen zwaar, ook mij. De prioriteit moet nu dan ook liggen bij perspectief bieden. Ik heb ook gezien dat we een weerbare samenleving zijn. Thuiswerken is bijvoorbeeld veel beter verlopen dan we van tevoren hadden kunnen bedenken. Ik denk dat dat een blijvende verandering teweeg heeft gebracht in de wijze waarop we werk vormgeven. 

De publieke waardering voor goede zorg en betrokken zorgpersoneel is ook duidelijk toegenomen. We hebben allemaal kunnen constateren dat we heel veel te danken hebben aan deze sectoren. 

De crisis heeft daarnaast extra licht geschenen op problemen die er al waren. Denk bijvoorbeeld aan ongedocumenteerden die opeens in acute nood kwamen. Heel veel baantjes in de informele economie kwamen te vervallen, waardoor veel gezinnen problemen kregen met de huur. Daardoor zijn veel mensen op straat beland en is het veel drukker geworden bij de voedselbanken. Een structurele oplossing voor deze groep is nodig.” 

Had u ook graag dingen anders gezien aan de maatregelen? Of is dat niet echt van toepassing? 

“Er is veel discussie over de maatregelen. Ik heb in Amsterdam in ieder geval benadrukt dat het van belang is om de controlerende functie van de lokale democratie voldoende te borgen. We hebben in de gemeenteraad een discussie gevoerd over de rol van de veiligheidsregio, waarbij we hebben gezegd dat het goed is dat die regio beslissingen kan nemen, zolang de gemeenteraden niet volledig buitenspel komen te staan. Volgens mij wordt daar bij de nieuwe wetgeving ook rekening mee gehouden.” 

Zijn er volgens u ook verbeteringen mogelijk binnen de manier waarop die maatregelen gecommuniceerd worden? Ze veranderen nu om de haverklap, zou die communicatie volgens u beter kunnen? 

“Daar heb ik niet een heel uitgesproken mening over. Ik vind vooral dat je experts hun gang moet laten gaan en hun advies het beste kan opvolgen. Ik kan me voorstellen dat de lockdown voor mensen die het financieel zwaar hebben een moeilijke periode is geweest en daar moeten we oog voor blijven houden. Ik denk daarnaast dat het belangrijk is om transparant en helder te blijven communiceren als overheid om draagvlak te behouden.”

U heeft zich in de politiek regelmatig uitgelaten over drugsproblematiek. Hoe wilt u die problematiek het liefst aangepakt zien? 

“We bekijken het drugsvraagstuk in het debat nu heel vaak vanuit een handhavingsperspectief. Ik vind dat er te weinig aandacht is voor de vraagkant en het feit dat er een bepaalde behoefte aan drugs is, wat voor een markt zorgt. Het zou goed zijn om ons wat vaker af te vragen waarom die behoefte aan xtc, cocaine etc. er is. Ik denk dat er een wereld aan informatie te winnen is over waarom mensen – met name jongeren – naar drugs grijpen. Als we dat goed inzichtelijk hebben gemaakt, kunnen we daar ook iets aan doen in plaats van het alleen zien als een gegeven. Het handhavingsvraagstuk kunnen we dan ook vanuit een ander invalshoek bespreken. 

Daarnaast denk ik wel dat het belangrijk is om de regels die we nu hebben goed te handhaven. Momenteel zien velen handhaving ziet als een wassen neus en dat werkt de drugsproblematiek alleen maar verder in de hand. Dat hebben we in Amsterdam de afgelopen jaren gezien aan de hand van vele geweldsincidenten in de openbare ruimte.” 

Hoe kijkt u aan tegen het Nederlandse strafklimaat met betrekking tot het aanpakken van geweld? Zou u graag minimumstraffen zien? 

“Wat mij betreft is de hoogte van de straffen niet per se een probleem, die zijn in Nederland relatief hoog. Ik zie vooral meerwaarde in consequent handhaven. Het gevoel laten ontstaan bij een ieder dat er een serieuze pakkans is, waardoor mensen minder geneigd zijn bepaalde handelingen uit te voeren of wapens bij zich te dragen. Je ziet dat jongeren uit sociaal-economisch kwetsbare wijken vatbaar zijn voor drugshandel. 

Ik vind verder dat je niet alleen repressief moet optreden, maar jongeren ook perspectief moet kunnen bieden. Kijken hoe je kunt investeren in jongeren die hun situatie als uitzichtloos bestempelen. Het is dus niet alleen een kwestie van handhaven: je hebt ook te maken met onderwijs, met ouders etc. Kijk dus eerst hoe we kunnen voorkomen dat mensen afglijden naar het crimineel circuit en hoe we hen preventief kunnen ondersteunen.” 

In Amsterdam is veel te doen geweest om etnisch profileren. Wat is uw mening daarover? 

“Ik vind etnisch profileren geen acceptabele vorm van preventief fouilleren. De burgemeester heeft nu voorgesteld om preventief fouilleren in Amsterdam weer te gaan toepassen, waarbij de politie een systematiek zal hanteren zonder etnisch te profileren. We gaan kijken hoe dat gaat en dat evalueren.” 

Hoe kijkt u aan tegen de Nederlandse journalistiek op dit moment? 

“Wij hebben een persvrijheid waar veel andere landen jaloers op zijn. Dat vind ik een groot goed, wat we vooral moeten koesteren. Er zijn de laatste tijd wat meer vragen over de objectiviteit van media, wat zelfs tot bedreiging van journalisten leidt. Dat vind ik echt onacceptabel.”

Heeft u ook een bepaalde voorkeur wat media betreft? Zijn er media waardoor u zich het liefst laat informeren? 

“Niet per se. Ik ben meer van het digitale tijdperk en doe dus veel digitaal. Daar horen kranten echter ook bij, met digitale artikelen. Dat is hoe ik nieuws vooral tot me neem.” 

Heeft u nog een boodschap aan de lezers van dit interview? 

“Ik zou jullie vooral willen meegeven dat we allemaal het verschil kunnen maken en de nood vaak dichterbij is dan we denken. Kijk eens goed om je heen, naar je wijk en je buren. Kijk wat jullie kunnen doen om die plek een stukje mooier te maken. We kijken vaak naar de politiek om dingen te verbeteren, maar ik geloof echt in de kracht van de gemeenschap. Mensen die samenkomen en kijken hoe ze hun medemens kunnen steunen. Probeer de helpende hand te bieden. Als iedereen dat doet, geloof ik dat Nederland een nog mooiere plek wordt.”

3 reacties

  1. Goed en uitgebreid interview. Ik sta helemaal achter de standpunten en ideeën van Don Ceder. Veel vertrouwen in hem als hij de Tweede Kamer ingaat.

  2. Topper
    Heldere standpunten, harde werker, zeer betrokken. Blijf die je bent dan horen we in de toekomst veel en vaak van je. Blessings 🙏🏾

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Copyright 2020-2021 © actueelnieuws.org

logo

Tip de redactie!

Actueelnieuws.org werkt graag met jou samen aan mooie interviews en prikkelende artikelen. Heb je een tip of idee? Meld deze dan bij onze redactie.