Interview met Arthur Brand “Illegaal antiquiteiten opgraven is als bladzijden scheuren uit een geschiedenisboek”

Arthur-Brand

CNN vergeleek hem al eens met Indiana Jones, Arthur Brand, kunstdetective. Slechts een klein deel van wereldwijd gestolen kunst wordt ooit teruggevonden, maar daarin heeft Arthur Brand regelmatig een groot aandeel. Het lukte hem onder andere een gestolen werk van Picasso te traceren en de verloren gewaande ring van Oscar Wilde en bronzen paarden van Hitler terug te brengen. Hij schreef er al verschillende boeken over en maakte de documentaireserie ‘Kunstdetective’. Actueel Nieuws vroeg hem naar zijn tot de verbeelding sprekende werk en zijn nieuwste boek.

Kunt u iets vertellen over uw werk als kunstdetective?

“De titel die men mij gegeven heeft, kunstdetective, bestaat helemaal niet. Het beroep heb ik min of meer zelf gecreëerd, je kunt er niet voor naar een universiteit of hogeschool. Waarom ik dan toch voor dit beroep heb gekozen? Omdat je de huidige wereld niet kunt begrijpen zonder geschiedenis, ben ik daar altijd in geïnteresseerd geweest. En kunst is iets wat deels overlapt met geschiedenis, maar in al zijn vormen ook een van de weinige manieren is waarop de mens zijn expressie kan tonen. Dat zijn allebei hobby’s van mij en ik ben er daardoor veel over gaan lezen. Op een gegeven moment ben ik antieke Griekse munten gaan verzamelen en toen kwam ik er achter dat er in de kunstwereld vervalsingen rondgaan. Daar ben ik vervolgens ook wat meer over gaan lezen en toen bleek dat om wel 30% te gaan. Door in de handel kunst en antiquiteiten te vervalsen, benadeel je ten eerste mensen financieel. Ze denken iets echts te hebben en betalen daar veel geld voor, waarna blijkt dat het vals is. Daarnaast vertroebelt de kennis van onze geschiedenis erdoor. Er wordt wel eens gezegd dat van sommige schilders misschien wel 30% van wat wij aan hen toeschrijven helemaal niet van hen is. Als je dan een schilder gaat bestuderen, zeker een belangrijke, dan heb je te maken met een grote foutmarge. Vervalsen van kunst is daardoor dus een soort geschiedvervalsing.

Die combinatie van geschiedenis, kunst en ‘crime’ wekte mijn interesse. Ik wil weten wat zo’n crimineel bezielt, wat er in hun hoofden om gaat. Als je je wat meer verdiept in kunst, geschiedenis en true crime, dan zie je dat die werelden elkaar raken. De CIA beschouwt het geld wat verdiend wordt met criminele handel in kunst, dus valse of geroofde kunst, als de vierde grootste criminele geldstroom ter wereld. Aan de buitenkant ziet de kunstwereld er altijd mooi uit, met veel luxe en uiterlijk vertoon en aan de andere kant heb je dan die criminele wereld, waar weinig over bekend was en in de kunstwereld ook liever niet over wordt gepraat. In die combinatie ben ik me gaan specialiseren. Dat doen niet veel mensen in de wereld. Er zijn natuurlijk gespecialiseerde politiediensten, wat oud-rechercheurs en een paar advocaten die dit werk doen, maar weinig burgers zoals ik.

Ik hou me ten eerste bezig met het opsporen van kunst die uit musea is geroofd. Wereldwijd, maar ook in Nederland worden behoorlijk wat kunstwerken gestolen. De afgelopen jaren zijn er in Nederland een paar grote kunstroven geweest, de Kunsthal 10 jaar geleden, waar de buit nog steeds niet van is teruggevonden en de Van Gogh en de Frans Hals roof, twee jaar geleden, die schilderijen zijn ook nog niet terug. Ten tweede hou ik me bezig met het zoeken naar vervalsingen, ik durf wel te stellen dat gemiddeld 30% van alle kunst bij veilinghuizen of in musea vals of verkeerd toegeschreven is. Dat is een enorme business, er zijn veel vervalsers en louche figuren in de kunstwereld actief. Daarnaast is er in de kunstwereld nog een derde sector waarin men zich bezighoudt met het opgraven en verhandelen van illegale antiquiteiten. Wereldwijd gebeurt dat op hele grote schaal. En wat daar zo treurig aan is, is dat als een opgraving plaatsvindt onder toezicht van archeologen, ieder stukje goed wordt bestudeerd en gearchiveerd, terwijl grafrovers bij wijze van spreken met bulldozers aan het werk gaan. Ze halen hier en daar wat goud en zilver weg dat ze vervolgens ergens verkopen zonder enige context. Ik vergelijk dat wel eens met het scheuren van een pagina uit een geschiedenisboek, veel historische kennis gaat daardoor verloren.

Ik beweeg me voor mijn werk in verschillende, eigenlijk heel interessante kringen. Vaak wordt kunst geroofd door doorsnee criminelen, maar vindt het uiteindelijk zijn weg tot de top van de criminele wereld. De top van de maffia, belangrijke drugscriminelen, de IRA, zij gebruiken kunstwerken als ruilmiddel, voor een eventuele lagere straf. Ook met betrekking tot vervalsing heb je te maken met hele spannende figuren. Als je namelijk kunst wilt gaan vervalsen, moet je er wel wat van weten, je moet je kunnen handhaven in die wereld, je talen spreken en van goeie komaf zijn om de etiquette te kennen. En op het gebied van illegale opgravingen heb je tegenwoordig deels te maken met terroristische groeperingen die in bepaalde delen van de wereld waar veel archeologische voorwerpen te vinden zijn nu de controle hebben, zoals ISIS, de Taliban, Al Qaida en Hezbollah. Een deel van hun inkomsten halen deze groeperingen uit het opgraven en op de zwarte markt verkopen van archeologische antiquiteiten. Kortom een hele spannende wereld dus.”

U heeft ook samengewerkt met Michel van Rijn, een voormalig kunstsmokkelaar, heeft u veel van hem geleerd?

“Michel van Rijn stond in de jaren ‘70, ‘80, begin jaren ‘90 inderdaad aan de andere kant, hij is door Scottland Yard wel eens omschreven als de man die destijds bij 90% van alle zaken betrokken was die zij in onderzoek hadden. Zo’n 20 jaar geleden keek men in de kunstwereld heel anders naar het verwerven van kunst dan nu. Veilinghuizen, kunsthandelaren en verzamelaars keken de andere kant op, waar kunst vandaan kwam boeide eigenlijk niemand. De laatste 20 jaar is dat wat veranderd, bepaalde landen als bijvoorbeeld China en India waren vroeger vaak betrokken bij smokkel, maar krijgen wat meer nationale trots en komen daar nu tegen in het verweer. Momenteel wordt wereldwijd iedere maand wel een topmuseum aangeklaagd, omdat ze spullen hebben gekocht die illegaal geroofd zijn en de andere kant op hebben gekeken. Wat Michel van Rijn deed mocht natuurlijk niet, maar het boeide destijds niemand, iedereen deed eraan mee. Op een gegeven moment is hij eruit gestapt omdat het gevaarlijk werd en is hij het aan de kaak gaan stellen op de website die hij destijds had. In die tijd heb ik hem leren kennen. Je moet het vak wel leren van de mannen, of vrouwen, die daadwerkelijk in die business hebben gezeten.

Ik weet nog dat ik in het begin bij Michel op bezoek was in Londen. Daar zaten de FBI, Scotland Yard, smokkelaars, vervalsers, musea en journalisten aan tafel en ik zat om me heen te kijken wat er gebeurde. Het leek wel Indiana Jones en Da Vinci code in één. De eerste zaak die ik met Michel van Rijn meemaakte, dat was in de tijd van de Da Vinci Code van Dan Brown. Michel kwam toen daadwerkelijk een verboden bijbels manuscript op het spoor, het Judas Evangelie, dat 1800 jaar geleden verboden werd en waarvan men dacht dat er geen exemplaren meer bestonden. Er werd er eentje gevonden in een grot in Egypte, Michel kwam daar achter en begon erover te publiceren en dat leek wel Dan Brown in het echt. Ik weet nog dat hij me ’s nachts via de mail de eerste vertaalde pagina’s stuurde en dat ik die in het donker op mijn computer zat te lezen. Het is natuurlijk onvoorstelbaar dat je na 1800 jaar voor het eerst weer in het Judas evangelie leest. In die begintijd dacht ik, als je je met kunstgeschiedenis, kunst en criminaliteit wil bezighouden en je wil midden in het avontuur zitten, dan moet je hier tussen blijven. Dat heb ik gedaan, en uiteindelijk ben ik een paar jaar later voor mezelf begonnen.”

Heeft u in de tijd van uw samenwerking met Michel van Rijn ook uw netwerk opgebouwd of is dat gekomen nadat u voor uzelf was begonnen?

“Ik heb natuurlijk een heel groot deel van mijn netwerk leren kennen tijdens de tijd met Michel van Rijn. Hij zat in de top van de piramide en in die kringen bewogen zich ook allerlei andere gasten die ik daar dan tegen kwam. Ze hadden wel eens ruzie met elkaar, die mensen boven in het netwerk en dan werd ik soms opgeroepen als getuige in een rechtszaak. Toen zag ik al wel, dat niemand nog werd vertrouwd door die rechters, mijn getuigenverklaring gaf vaak de doorslag. Ik zag dus dat niet iedereen eerlijk is in de business en dat is ook een van de redenen geweest dat ik, toen ik voor mezelf begon, dacht ik heb geen geld, ik ben geen naam in deze wereld, ik ben nog jong, al die oudere mannen en vrouwen zitten op een troon in die wereld, hoe kan ik me daar tussen mengen. Toen dacht ik, je hoeft je alleen maar aan je woord te houden en te proberen netjes te zijn, dan ben je al een heel eind, want dat doet niemand in die wereld. Zo ben ik er langzamerhand ingerold en dat netwerk dat ik deels via Michel heb leren kennen, heb ik uiteindelijk uitgebreid. Er zijn overal in de wereld wel mensen, aan beide kanten, die ik ken en of dat nou rechercheurs zijn, of mensen in de onderwereld, ik ken altijd wel iemand die als tussenpersoon kan dienen of die waar dan ook ter wereld iemand kan benaderen.”

U heeft ook wel eens een samenwerking gehad met Okkie Durham, voormalig meesterdief, is dat nog steeds zo?

“Samenwerken is een groot woord. Ik heb 10 jaar lang op Okkie gejaagd, want hij was misschien wel de beroemdste kunstdief ter wereld destijds. In 2000 heeft hij Van Goghs gestolen. Ik heb geprobeerd die terug te vinden en ze bleken in het bezit te zijn van een top maffiabaas in Italië, die ze uiteindelijk heeft gebruikt als ruilmiddel om een lagere straf te krijgen. Na al die tijd dat ik dus op Okkie had gejaagd kwam ik hem jaren later ineens op straat tegen. We kenden elkaar natuurlijk van gezicht, raakten aan de praat en uiteindelijk bleken we toch wel wat gemeen te hebben. Naar eigen zeggen is hij gestopt met dit soort zaken, maar ik beschrijf het wel eens zo, als een museumdirecteur of een diamantair op tv zei, bij ons valt niet in te breken, dan dacht Okkie, dat zullen we dan nog wel eens zien. En ik dacht aan de andere kant, als er een kunstroofzaak was, of een diamantroofzaak, waarvan de politie of de FBI, of wie dan ook, zei, die kunnen we niet oplossen, dan kan ik het misschien proberen. En dat is weliswaar de andere kant van een hoefijzer, maar toch raak je elkaar wel bijna, want je zit toch in hetzelfde wereldje.

Sinds Okkie ‘gepensioneerd’ is, gaan we met elkaar om. Je kunt namelijk iemands daden afkeuren, maar dan voor de rest nog wel de persoon zelf als mens beschouwen. Het is moeilijk om met andere mensen over de details van kunstroven te praten, want sommige dingen zijn zo onvoorstelbaar, dat bijna niemand dat kan bevatten. Okkie kan mij dingen vertellen – die natuurlijk verjaard zijn – die hij aan anderen niet kan vertellen, omdat anderen niet snappen wat er op het spel staat. Ik heb wel eens lezingen met hem gegeven, wat trouwens een behoorlijk groot succes was, je wilt toch in het hoofd kruipen van je tegenstander. En Okkie heeft me ook wel eens op een spoor van een bepaald kunstwerk gezet.”

In een interview heeft Okkie wel eens gezegd dat hij een bedrijf met u wou beginnen. Hoe staat het daarmee?

“Dat leek Okkie een goed idee en er zit ook wel wat in. Hij zegt wel eens, ik ben overal binnen gekomen waar je binnen kon komen, ze zouden me als expert op het gebied van beveiliging moeten inhuren. Dus Okkie ziet daar wel een toekomst voor zichzelf in. Het lijkt een beetje op de beroemde film Catch me if you can, die gaat over een vervalser waar de FBI jaren op gejaagd heeft en als hij dan uiteindelijk zijn straf heeft uitgezeten, dan huurt de FBI hem in. Wie is er beter in staat om vervalsers op te sporen dan een topvervalser natuurlijk, noem het een ervaringsdeskundige.”

In Nederland is een tijdje geleden de Tefaf-roof geweest, die nog steeds niet is opgelost. Er wordt nu een half miljoen uitgeloofd, hoe kijkt u aan tegen die zaak?

“Iedereen heeft het erover, er wordt gezegd fantastisch, het lijkt wel een film, maar ik plaats daar toch ook een kanttekening bij. Natuurlijk hebben ze zich netjes gedragen, er is niemand neergeschoten, ze hebben geen geweld tegen mensen gebruikt, maar dat neemt niet weg, dat het ook gewoon een overval is. Je benadeelt wel mensen, niet alleen financieel, maar ook jaag je mensen schrik aan. Ik was natuurlijk ook wel onder de indruk, dat moet ik toegeven. Ik dacht, dit zijn professionals en, het eerste waar ik aan dacht was dat het de Pink Panthers waren, een professionele groep uit voormalig Joegoslavië, dat zich op dit soort zaken specialiseert.”

Denkt u dat de zaak tot een oplossing zal komen?

“Jazeker, die zaak wordt uiteindelijk opgelost. De daders zijn al redelijk goed in beeld. De Nederlandse politie wordt wel eens bekritiseerd en dat is in zoverre terecht dat ze te weinig mankracht hebben, maar het is een van de beste politiediensten ter wereld. De Nederlandse politie gaat net zo lang door tot ze je hebben. De hamvraag blijft alleen, waar zijn die diamanten? Dat is altijd het punt met kunstroof, of met het roven van diamanten, je kunt de dader wel pakken, maar in heel veel gevallen pak je de kunst of de diamanten niet. Kunst en diamanten kun je namelijk makkelijk verstoppen en dat maakt dat sommige zaken 10, 20, 30 jaar duren. Ik richt me meestal op zaken die al zo oud zijn dat er eigenlijk geen onderzoek meer naar is. Iedereen heeft het opgegeven en ze zijn verjaard, het doel is dan alleen nog uit te vinden waar de buit is. Dat zijn wel de zaken waar ik het meest voor warm loop.”

U krijgt ook vaak tips uit uw netwerk. Hebben mensen een motief om u over sommige zaken te informeren?

“Ik heb daar eens over nagedacht en er zijn een paar motieven die vaak terugkomen. Het ene motief is, mensen vinden het leuk om je een tip te geven en er wordt heel veel gepraat, ook in de criminele wereld. Ten tweede, mensen willen ook wel eens helpen omdat er eventueel een beloning op kan staan, tipgeld. In de wet is vastgelegd, dat als er een beloning wordt uitgeloofd voor bepaalde zaken en jij kunt aantonen dat je de gouden tip hebt geleverd en er niet bij betrokken bent, dat je daar dan recht op hebt. Wat ook wel eens meespeelt, is dat men de ander een hak wil zetten. In de criminele wereld spelen natuurlijk veel vetes. Criminelen helpen ook wel eens met een zaak waar ze niet bij betrokken zijn, omdat ze daarna kunnen laten zien bij een rechter in een andere zaak, dat ze hebben geholpen om een belangrijke zaak op te lossen. Sommige rechters zijn daar gevoelig voor, die zeggen dan in de tijd dat u moest wachten om voor te komen heeft u in ieder geval iets goeds gedaan. Dat is dus deels uit eigenbelang, maar wat maakt dat uit als je zo een zaak oplost. En ik heb het ook een paar keer meegemaakt dat ze uit een soort karma willen helpen, dat ze iets willen ‘goed  maken’. Motieven lopen dus van eigenbelang tot het wegtippen van de concurrent, tot mensen die van kunst houden en het fijn vinden om je bij te staan.”

U geeft ook aan dat u samenwerkt met de politie, hoe verloopt zo’n samenwerking?

“Dat is eigenlijk heel simpel. Je houdt je ten eerste te allen tijde aan de wet, als je met de politie samenwerkt of met het OM in binnen- en buitenland. Je hoeft maar één keer de wet te overtreden, en je ligt eruit, dan werken ze niet meer samen met je. Aan de andere kant heb je de onderwereld en daar moet je je aan je woord houden. Een van de belangrijkste diensten in Nederland is de TCI, het Team Criminele Inlichtingen Eenheid, dat is een politieorganisatie die undercover werkt en die spreekt met allerlei tipgevers uit de onderwereld. Er wordt zelfs wel eens gezegd dat vrijwel de hele onderwereld met hen samenwerkt, dat is ook de reden dat er zoveel zaken worden opgelost. Sommige criminelen gaan niet naar de TCI toe, die komen als het om kunst gaat bij mij. Het is wat veiliger voor hen, ze weten dat hun naam overal buiten blijft, maar er is geen zaak die ik doe of gedaan heb, die ik niet eerst met de politie of een Officier van Justitie overleg. Dan vraag ik of ze het goed vinden dat ik een zaak oppak. In de meeste gevallen is dat prima omdat zo’n zaak al verjaard is, en er dus geen onderzoek meer wordt gedaan. In sommige gevallen benader ik ze voor een recente zaak en dan willen ze soms liever niet dat ik me ermee bemoei. Dat doe ik dan ook niet.”

Heeft u ook wel eens de politie getipt dat er ergens een werk lag bijvoorbeeld?

“In de meeste gevallen waar ik aan gewerkt heb, zoals de Picasso, de Ring van Oscar Wilde, het boek van Hafiz, de Ethiopische kroon, eigenlijk alle afleveringen die je hebt gezien van De Kunstdetective, waren de zaken al verjaard. Dan bel je wel de politie, maar wordt er gezegd dat er geen onderzoek meer wordt gedaan, dus dan probeer je het zelf op te sporen en uiteindelijk in handen te krijgen.”

U werkt ook in het buitenland en maakt dan natuurlijk onkosten, kunt u die terugverdienen?

“Het merendeel van mijn werk komt van mensen die me bellen en willen dat ik in hun collectie kijk wat er echt is, of die iets willen kopen of verkopen en willen weten of dat echt is, dat is eigenlijk 80% van mijn inkomsten. Op de grote zaken die ik heb opgelost maak ik meestal verlies. Bijvoorbeeld de ring van Oscar Wilde, ik heb wel eens uitgerekend dat me dat zo’n 8000 pond heeft gekost en de beloning die erop stond was 3500 pond. Hitlers paarden, daar stond geen beloning op, want men wist niet eens dat ze nog bestonden. Maar aan de andere kant maak ik documentaires over zulke zaken, ik geef er lezingen over, schrijf er boeken over, mensen benaderen me voor andere zaken omdat ze mijn naam ergens gelezen hebben, dus uiteindelijk verdien ik er wel aan, maar niet op een manier zoals je zou verwachten. Werk voor musea doe ik dan weer vaak pro deo, mijn verdienmodel zit niet in het oplossen van kunstroof.”

Bij de Tefaf-roof is nu een half miljoen aan tipgeld uitgeloofd. Heeft u ooit een bedrag ontvangen van die orde?

“Nee, was het maar waar.”

Andere kunstdetectives, strijken die wel zulke beloningen op?

“Niet vaak nee, er zijn advocaten die ruzies beslechten en een percentage krijgen, maar ik ben geen advocaat, ik doe geen juridisch advieswerk. En je moet ook niet vergeten dat er in 9 van de 10 gevallen helemaal geen beloning is. Dan kun je zeggen, dan doe ik het niet, maar dat gaat vaak wel om de meest interessante zaken. Je komt er wereldwijd mee in de pers, dus dat is ook een soort reclame en dat is natuurlijk onbetaalbaar.”

Gaat het dan om strafrechtadvocaten die zich daarmee bezighouden?

“Dat zou ik eigenlijk niet weten. Juridisch ligt het vaak moeilijk. Ik heb nog nooit te maken gehad met de dief zelf, voor zover ik weet en in de meeste gevallen is dat ook aantoonbaar. Vrijwel altijd, zeker in zaken die ouder zijn dan een jaar of 2, heb je van doen met zaken waarin stukken in handen zijn gekomen van weliswaar criminelen, maar niet de criminelen die het gestolen hebben. Het is al lang in andermans handen terechtgekomen via een drugsdeal of wapendeal, dus je hebt vaak te maken met mensen die weliswaar vaak crimineel zijn, maar niet aan de daad zelf schuldig zijn. De politie probeert dan ook een beroep te doen op die mensen. In de grootste kunstroof uit de geschiedenis, uit het Isabella Stewart Cartermuseum, waar de buit in 1990 500 miljoen was, heeft de FBI zich uitgesproken dat inmiddels bekend is dat de daders dood zijn, dat er niemand meer wordt vervolgd, maar dat ze wel graag de werken terug willen. Dan wordt er soms een flinke beloning uitgeloofd en gevraagd ze desnoods anoniem in te leveren. Maar het is moeilijk om die boodschap over te brengen, want je weet vaak ook niet met wie je moet praten natuurlijk.”

In een artikel over u in het NRC werd door een anonieme bron uit de verzekeraarswereld gezegd “kunstdetective of makelaar tussen onder- en bovenwereld”, er werd gesuggereerd dat u criminelen beschermd en financieel belang zou hebben bij het terugbrengen van de kunst. Wat vindt u daarvan?

“Er wordt iets gesuggereerd, dat niet hard wordt gemaakt, er worden ook geen namen genoemd. Zelfs de politie zegt dat dit niet klopt, omdat ze met me samenwerken. Sommige mensen kunnen alleen gewoon niet geloven, ook al bevestigt de politie dat het zo is, dat ik dit niet doe om er rijk mee te worden. Ik denk dat ik juist succesvol ben en zaken oplos, omdat anderen bezig zijn met te bedenken hoe ze er een verdienmodel van kunnen maken, terwijl ik gewoon de kunst wil vinden. Sommige mensen kunnen niet begrijpen dat ergens helemaal geen verdienmodel achter zit. Als er al eens een beloning betaald wordt door een verzekeringsmaatschappij, dan wordt dat door een Officier van Justitie goedgekeurd. Daar is een wet voor en daar sta ik buiten.”

U heeft een nieuw boek uitgebracht, ‘Deal met de maffia, de bloedstollende zoektocht naar een eeuwenoud mozaïek en de ring van Oscar Wilde’. Kunt u daar iets over vertellen?

“Mensen vinden het fantastisch om verhalen te lezen over hoe je zoiets oplost. Ze vinden het magisch om in die zoektocht mee te gaan. Mijn nieuwe boek gaat over twee zaken die al in de Kunstdetective naar voren zijn gekomen, het mozaïek van Cyprus en de ring van Oscar Wilde. Zo’n aflevering van de Kunstdetective duurt 35 minuten, dat is natuurlijk veel te kort om het hele verhaal te vertellen, dus in het boek werk ik die twee zaken helemaal uit.”

Uw werk kan gaan om hele kostbare kunstwerken. Heeft u voor uzelf een grens, tot hoever u gaat om kunst op te sporen?

“Ik zal nooit mijn eigen leven in gevaar brengen en ik zal nooit de wet overtreden of mijn woord breken.“

Bent u nu ook nog met een groot project bezig?

“Ik ben met meerdere zaken bezig op dit moment, de Tefaf-roof natuurlijk en een paar grote zaken in het buitenland, met de Duitse, Italiaanse en Spaanse politie. En in Nederland blijf ik natuurlijk jagen op de Van Gogh en de Frans Hals.”

Weet u in welke hoek die werken zitten?

“De dief in die zaak is al veroordeeld, iemand die de Van Gogh in zijn bezit had is veroordeeld. Ik weet dus ongeveer wel in welke hoek het zit, dat wil alleen nog niet zeggen dat je er een naam op kunt plakken.”

In Nederland is weinig capaciteit beschikbaar voor het opsporen van kunst. Zit er verschil in kwaliteit tussen de diverse opsporingsdiensten in Europa?

“Nederland is wereldwijd wel een van de landen waar de meeste zaken op dat gebied worden opgelost. Dat komt omdat we hier een heel goed team hebben, een klein team weliswaar, maar het staat wereldwijd erg hoog aangeschreven. Ik draag er natuurlijk ook mijn steentje aan bij dat er zaken worden opgelost, niet alleen in Nederland, maar ook in andere landen. Ik werk altijd heel fijn samen met de Spaanse politie, ik heb in Spanje gewoond. De Duitsers zijn heel erg professioneel, daar heb ik in de zaak van Hitlers paarden mee gewerkt.”

U heeft recentelijk een veilinghuis in Hoogezand getipt. Kunt u daar iets over zeggen?

“Dat is weer zo’n voorbeeld dat er veel valse kunst in omloop is. In dit geval werd ik getipt door iemand die me zei dat er een schilderij bij dat veilinghuis werd aangeboden dat een jaar geleden nog een andere handtekening had en dat er nu een handtekening van een duurdere schilder op stond. Hij kon mij overtuigen met de foto’s, dus toen heb ik het veilinghuis benaderd en er een tweet over gepost. Ook om mensen duidelijk te maken dat ze voorzichtig moeten zijn met wat ze kopen. Je kunt het zo’n veilinghuis niet altijd kwalijk nemen, want ze proberen goed onderzoek te doen, maar dagelijks worden er wereldwijd tienduizenden stukken geveild en een heleboel daarvan zijn nog nooit eerder verkocht, dus dan is het heel moeilijk te bepalen of iets echt is. We hebben nu in ieder geval weer iemand  beschermd tegen een paar duizend euro oplichting.”

Komt het wel eens voor dat u in een museum loopt en daar iets ziet waarvan u denkt, dat kan niet echt zijn?

“Dat heb ik vaak genoeg gezien, daarom kom ik niet zo graag in musea. Niet alleen in musea, maar ook bij veilinghuizen zie je vaker dat er een verkeerde toeschrijving wordt gegeven. Dat is ook wel te verklaren, stel je hebt een werk dat een beetje op Rembrandt lijkt en 10.000 euro waard is, als je dan een expert kunt vinden die zegt dat het werk een echte Rembrandt is, dan is het ineens 10 miljoen euro waard. Er is net weer een Vermeer als vals ontmaskerd in een Amerikaans museum. Dus je wordt wel een beetje cynisch in het wereldje. Je komt zoveel van dit soort zaken tegen dat je je soms wel moet realiseren dat er ook nog een wereld is buiten de kunst, niet iedereen is slecht.”

Heeft u naast kunst nog andere passies waar u zich mee bezighoudt?

“Eigenlijk niet, dit is toch wel een dagtaak. Een van de leukere dingen van het werk is dat veel mensen je dankbaar zijn dat je zulke belangrijke stukken terugbrengt, dat geeft een lekker gevoel. Het wordt ook een soort verslaving om steeds weer nieuwe zaken op te lossen. En je moet er eigenlijk ook wel 24/7 mee bezig zijn, omdat er dagelijks tips binnen komen en ik ze in mijn eentje niet eens allemaal kan opvolgen. Het is wel jammer dat er door overheden zo weinig aandacht aan wordt geschonken, drugs opsporen is voor hen toch belangrijker. Kunst is ook vaak niet verzekerd omdat dat te duur is, dus voor veel mensen is het niet interessant om zich daarmee bezig te houden.”

Heeft u er nooit aan gedacht om zelf kunst te gaan verhandelen?

“Het punt is, als je kunst gaat verhandelen, dan gaat het om geld en op een gegeven moment niet meer om kunst. Als je kunstdetective wilt zijn, dan moet geld juist niet het hoofddoel zijn. Sommige kunsthandelaren – de meeste kunsthandelaren zijn van goede trouw – gaan de mist in omdat er voor kunst zulke hoge bedragen worden gevraagd dat het soms wel verleidelijk is om die handtekening dan maar niet zo goed te onderzoeken. Dat er zoveel kunst geroofd wordt en dat er zoveel vervalsingen zijn, komt natuurlijk ook doordat het om zulke hoge bedragen gaat. Ik denk dat er twee soorten mensen zijn, mensen die gaan voor een passie en mensen die gaan voor het geld. Ik ga voor mijn passie en geld is niet zo belangrijk.

Ik denk dat dat wel een beetje de les is die ik heb geleerd. Als je echt ergens succesvol in wil zijn, dan moet het echt je passie zijn. De beste rechercheurs die je tegenkomt, de beste journalisten, dat zijn allemaal mensen, die je ook ’s avonds kunt bellen, vakidioten, mensen die heel veel passie hebben voor hun werk. Ik werk graag met dat soort mensen samen. Als je tijdens je leven mensen tegenkomt die goed zijn in hun vak, dan moet je je daar aan vasthouden.”

Eén reactie

  1. Interessant interview! Prachtig hoe Arthur Brand kunst weet op te sporen.

    Hopelijk vindt hij ooit het schilderij ‘Zicht op Andijk’ rond 1900, olieverf op doek, 51 x 37 cm, van Hendrik Savrij (1823-1907) dat werd gestolen in de nacht van 9 op 10 januari 2005 uit het Westfries Museum in Hoorn. Arthur Brand heeft wel een deel van de andere werken kunnen vinden. Zie ook https://wfm.nl/lijst

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Copyright 2020-2021 © actueelnieuws.org

logo

Tip de redactie!

Actueelnieuws.org werkt graag met jou samen aan mooie interviews en prikkelende artikelen. Heb je een tip of idee? Meld deze dan bij onze redactie.