De geheimhoudingsplicht van een advocaat
Advocaten en diens cliënten moeten vertrouwelijk met elkaar kunnen communiceren. De advocaat heeft een geheimhoudingsplicht. De advocaat is in beginsel verplicht tot geheimhouding ten aanzien van alles waarvan hij uit hoofde van zijn beroepsuitoefening als zodanig kennisneemt. Om de vertrouwelijkheid te waarborgen heeft de advocaat een professioneel verschoningsrecht. De advocaat hoeft in beginsel geen antwoord te geven op vragen over informatie die hem in zijn hoedanigheid als advocaat is toevertrouwd.
Advocatenwet
De geheimhoudingsplicht is wettelijk vastgelegd in artikel 11a van de Advocatenwet en behoort tot de kernwaarde vertrouwelijkheid in de zin van artikel 10a Advocatenwet. In gedragsregel 3 van de Advocatuur wordt de vertrouwelijkheid nader beschreven. Concreet betekent de geheimhoudingsplicht dat de advocaat in beginsel de bijzonderheden van door hem behandelde zaken, informatie over de persoon van zijn cliënt en de aard en omvang van diens belangen niet mag delen met anderen. De geheimhoudingsplicht houdt niet op te bestaan nadat de zaak is geëindigd. Ook nadat de zaak is afgerond is de advocaat gebonden aan de geheimhoudingsplicht.
Uitzonderingen
Er bestaan uitzonderingen op de geheimhoudingsplicht. De advocaat mag vertrouwelijke informatie delen, maar dan moet er worden voldaan aan de volgende drie voorwaarden:
- Een juiste uitvoering van de aan de advocaat opgedragen taak rechtvaardigt het delen van de vertrouwelijke informatie;
- De cliënt heeft tegen het delen van de informatie desgevraagd geen bezwaar;
- Het delen van de vertrouwelijke informatie is in overeenstemming met de goede beroepsuitoefening.
Deze voorwaarden zijn cumulatief. Ook al geeft de cliënt toestemming om bepaalde vertrouwelijke informatie te delen, dan nog heeft de advocaat een eigen verantwoordelijkheid en moet aan de overige vereisten worden voldaan.
Daarnaast geldt de geheimhoudingsplicht niet wanneer de cliënt of voormalig cliënt een procedure tegen de advocaat aanspant. De gedachte achter deze uitzonderingsregel is dat de advocaat zichzelf moet kunnen verdedigen in een procedure. Staat het de advocaat dan vrij om zomaar alle vertrouwelijke informatie te delen in zo’n procedure? Nee. Als advocaat dien je de belangen van de (voormalig) cliënt niet onnodig of onevenredig te schaden.
Consequentie
Schending van de geheimhoudingsplicht is strafbaar (artikel 272 Sr). Ook kunnen tuchtrechtelijke maatregelen tegen de advocaat worden genomen. De advocaat kan bijvoorbeeld worden berispt, geschorst of geschrapt van het tableau.
Als advocaat dien je jouw cliënt te begeleiden gedurende het proces. Je bent vertrouwenspersoon en ziet er kritisch op toe dat de cliënt een eerlijk proces krijgt. In dat kader is een gedegen voorbereiding van groot belang. Cliënt moet altijd vrij en vertrouwelijk kunnen spreken met zijn advocaat en moet er onvoorwaardelijk op kunnen vertrouwen dat vertrouwelijke gesprekken ongedeeld blijven.
Als advocaat beroep ik mij dus vaak op mijn ‘zwijgplicht’.