De Veroordeling
Over de Deventer Moordzaak en andere gerechtelijke dwalingen
Nederlanders hebben geregeld kritiek op de Amerikaanse juryrechtspraak. Het zou ten koste gaan van de hoeveelheid terechte veroordelingen omdat er op basis van emotie en niet-juridische kennis een oordeel gegeven wordt. Toch blijkt dat ook het Nederlandse rechtssysteem een bepaalde foutmarge kent. Hoe schrijnend het ook is, gerechtelijke dwalingen (oftewel onterechte veroordelingen) komen in Nederland nog steeds voor. Daarnaast zal in een bepaald aantal zaken misschien wel nooit aan het licht komen dat de veroordeling onterecht geweest is. Laten we ook zeker niet vergeten dat het overgrote deel van de verdachten wél terecht een tijd achter tralies doorbrengt of parkjes moet schoffelen, maar toch roepen de gerechtelijke dwalingen die wél aan het licht komen veel vragen op. Vragen die ik in deze column aan wil stippen. Wat is een gerechtelijke dwaling precies? Hoe en waarom ontstaan gerechtelijke dwalingen? Welke spraakmakende voorbeelden zijn er? Is het te voorkomen? En hoe zit dat met de gerechtelijke uitspraken voor mijn eigen cliënten?
Wat is een gerechtelijke dwaling?
Er is sprake van een gerechtelijke dwaling wanneer de rechter een verdachte onherroepelijk veroordeelt en later blijkt dat de veroordeling onterecht was. Een onherroepelijke veroordeling wil zeggen dat de verdachte of het OM geen hoger beroep of cassatie meer kan instellen tegen de gedane uitspraak. Dat is een belangrijk detail. Het betekent namelijk dat bij sommige gerechtelijke dwalingen maar liefst drie rechterlijke instanties betrokken zijn geweest bij de veroordeling. Lucia de B. werd bijvoorbeeld niet alleen door de Rechtbank verantwoordelijk gehouden voor de dood van de patiënten die aan haar zorg toevertrouwd waren, maar ook door het Gerechtshof en de Hoge Raad.
Het treurige van een gerechtelijke dwaling is dat de situatie in feite alleen maar verliezers kent. Het slachtoffer van het strafbare feit kan de gebeurtenis niet afsluiten omdat de schuldige kennelijk al die tijd nog heeft rondgelopen. Sterker nog: soms loopt deze na de vrijspraak van de onjuist veroordeelde nog steeds rond omdat met de onschuld van de een, de schuld van een ander niet noodzakelijk vastgesteld is. Bovendien is de onjuist veroordeelde meestal een groot deel van zijn leven kwijt en dan hebben we het nog niet eens over de gevolgen voor de rest van zijn of haar ‘vrije’ leven. Er is geen schadevergoeding die goed kan maken wat hem of haar overkomen is. Ik vind het dan ook niet gek dat we in Nederland nog steeds als uitgangspunt nemen dat we bij twijfel liever tien schuldigen vrijspreken dan één onschuldige veroordelen. Hoewel ook die situatie soms heel wrang kan aanvoelen.
Hoe en waarom ontstaan gerechtelijke dwalingen?
Laat ik vooropstellen dat rechters mensen zijn en tja, waar mensen werken worden fouten gemaakt. Uit onderzoek blijkt dat het niet de sterkste eigenschap van de mens is om objectief informatie te verzamelen en vervolgens pas aan het einde van het beslissingsproces een conclusie te trekken. Die conclusie trekt de mens kennelijk al eerder waardoor tunnelvisie kan ontstaan. Nu zijn rechters hier vaak beter in (getraind) dan de gemiddelde mens, maar niemand is perfect. Het Nederlandse rechtssysteem is ingericht op een foutmarge van nul, maar dat blijkt dus een utopie. Waarom? Simpelweg omdat de rechter niet aanwezig was bij het vermeende delict.
De enige informatie waarop de rechter zijn oordeel kan baseren is het dossier en de daarin opgenomen verhoren, getuigenverklaringen en ander beschikbaar bewijsmateriaal zoals DNA, geluidsopnames, en camerabeelden. Het komt zelden voor dat ál het beschikbare bewijs in een zaak in dezelfde richting wijst. Geen enkel bewijsmiddel geeft de absolute zekerheid over een gebeurtenis; zelfs camerabeelden of een bekennende verklaring van de verdachte niet. Een verdachte kan immers ook bekennen om iemand anders in bescherming te nemen (wat ik in één van mijn eigen zaken ook heb meegemaakt). Wanneer er voldaan is aan de wettelijke bewijseisen, maar de rechter niet de overtuiging heeft dat de verdachte het feit begaan heeft, dan zal hij de verdachte vrij moeten spreken. Twijfel = vrijspraak. Soms komt het echter voor dat er zoveel bewijs één kant op wijst dat de rechter ervan overtuigd is dat de verdachte het strafbare feit begaan heeft en dat achteraf toch blijkt dat het een onterechte veroordeling betrof. Sommige verdachten zijn écht op de verkeerde momenten op de verkeerde plaats geweest en het gekke is: dat kan eigenlijk iedereen overkomen. Denk maar aan Lucia de B.
Interessante voorbeelden van gerechtelijke dwalingen
Dat de gemiddelde Nederlander deze voorbeelden razend interessant vindt, blijkt wel uit de populariteit van de vele podcasts, series en films die de afgelopen tijd gemaakt zijn over de grootste gerechtelijke dwalingen in de Nederlandse geschiedenis van het recht. Zo gaat bijvoorbeeld de film ‘De Veroordeling’ (over de Deventer Moordzaak) waarschijnlijk (afhankelijk van de corona-maatregelen) in april 2021 in première.
Het zal je maar overkomen. Het ene moment ben je de fiscalist van een bejaarde vrouw en het volgende moment word je aangemerkt als haar moordenaar. De fiscalist, Ernest Louwes, die altijd gezegd heeft onschuldig te zijn, zou deze vrouw gewurgd hebben en met meerdere messteken om het leven hebben gebracht. De rechtbank sprak hem vrij, maar het Gerechtshof achtte het feit bewezen en veroordeelde Louwes tot twaalf jaar gevangenisstraf. De Hoge Raad liet deze veroordeling in stand, wat voer bleek voor twee herzieningsverzoeken. Op dit moment doet de Advocaat-Generaal op verzoek van de verdediging opnieuw onderzoek naar nieuwe feiten/inzichten, maar feit is dat 22 jaar na de moord nog steeds geen zicht is op een snel einde van het onderzoek en dus op een antwoord op de vraag of Louwes ‘het’ nu gedaan heeft of niet.
Een achteraf onterechte veroordeling vond in ieder geval plaats in de Schiedammer Parkmoord en de Puttense Moordzaak. In die eerste zaak bleek achteraf een valse bekentenis te zijn afgelegd door Cees B., en in de tweede zaak werd de omstreden ‘sleeptheorie’ geïntroduceerd. Tunnelvisie van de politie en het OM? Zou kunnen. Is dat iets wat de rechter had moeten zien? Zou ook kunnen. Dat er fouten zijn gemaakt is in ieder geval duidelijk en dat het nooit had mogen gebeuren ook. Maar is het te voorkomen? Men zegt wel eens dat gerechtelijke dwalingen het onvermijdelijke gevolg zijn van het hebben van een rechtssysteem, en dat zou zomaar eens waar kunnen zijn. Maar leg dat maar eens uit aan degenen die (achteraf) onterecht veroordeeld zijn…
Hoe zit het dan met mijn cliënten?
Naast de vraag hoe ik een (vermeend) pedofiel kan verdedigen, behoort de vraag of ik denk dat mijn cliënt schuldig is absoluut tot het rijtje meest gestelde vragen op verjaardagen. Heel eerlijk: vaak weet ik het niet en bovendien is het antwoord voor de werkwijze en de aanpak van een zaak ook niet van belang. Laat in ieder geval duidelijk zijn dat wanneer een cliënt ook tegen mij ontkent en hij wordt vervolgens veroordeeld, dat dan niet meteen sprake is van een gerechtelijke dwaling. Immers is op dat moment niet vastgesteld dat het oordeel van de rechter onterecht was. De enige die écht weet of hij wel of niet terecht veroordeeld is, is natuurlijk de veroordeelde zelf. Hoger beroep is in zo’n geval meestal de aangewezen weg.
Tot slot
Ik ben van mening dat het een goede zaak is dat we in Nederland erkennen dat een rechterlijke instantie een verkeerde beslissing kan nemen. Door middel van de herzieningsprocedure is het mogelijk om deze fout recht te zetten. In the end strijd ik als advocaat natuurlijk altijd voor het belang van mijn cliënt en hoop ik ten zeerste dat het recht zegeviert. In die zin dat ik koste wat kost wil voorkomen dat mijn cliënten, en in bredere zin iedere verdachte, gestraft worden voor feiten die ze niet begaan hebben. Een gerechtelijke dwaling lijkt helaas onoverkomelijk, maar de herzieningsprocedure biedt waarborgen om deze te herstellen. Nu nog afwachten wat er in de zaak van Ernest Louwes gebeurt…