Column geschreven door Wilke Koopmans

willeke-koopmans

Als strafrechtadvocaat sta ik verdachten bij in strafzaken. Het uitgangspunt is dat mijn cliënt onschuldig is tot het tegendeel is bewezen. Tot dat de rechter mijn cliënt heeft veroordeeld spreken we dan ook niet voor niets van verdachte, en niet van dader. De rechtbank beslist uiteindelijk of een verdachte ook daadwerkelijk dader is.

Het slachtoffer heeft rechten in het Nederlandse strafproces. Het slachtoffer heeft bijvoorbeeld recht op informatie, kan zich laten bijstaan door een slachtofferadvocaat en kan een vordering tot schadevergoeding indienen. Bij een verdenking van bepaalde strafbare feiten kan het slachtoffer gebruikmaken van het spreekrecht.

De rechten van het slachtoffer worden uitgebreid. Zo is er een uitbreiding van de kring van spreekgerechtigden, zal het spreekrecht op een vast moment in het strafproces plaatsvinden, mag het spreekrecht ook worden uitgeoefend tijdens tbs-verlengingszittingen en bij wijzigingen van bijzondere voorwaarden. Ook wordt een verdachte verplicht om te verschijnen ter zitting bij ernstige gewelds- en zedenmisdrijven.

Tweefasenproces

Ik begrijp dat een slachtoffer de behoefte heeft om aan de rechtbank kenbaar te maken wat de gevolgen van een strafbaar feit voor hem of haar zijn. Ook is het begrijpelijk dat hiervoor ruimte is in een strafproces.

Nu kan het slachtoffer al voordat een verdachte is veroordeeld gebruikmaken van het spreekrecht. Dit strookt niet met de onschuldpresumptie. Het kan ongemakkelijke situaties opleveren tijdens zittingen. Een voorbeeld: Een jonge man werd verdacht van een ernstig feit. Het slachtoffer had aangegeven de dader niet te kennen. Er kwam een verdachte in beeld en het openbaar ministerie besloot hem te dagvaarden voor de rechter. De verdachte ontkende betrokkenheid bij het feit. Hij gaf aan dat hij niet de persoon was die werd beschreven in het dossier. Tijdens het spreekrecht vertelde het slachtoffer wat de gevolgen waren van het feit en wat hij de verdachte toewenste. Dit hakte er in. Uiteindelijk werd de verdachte vrijgesproken wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.

Wanneer sprake is van een onschuldige verdachte kan het uitoefenen van het spreekrecht door slachtoffers zorgen voor psychische schade bij de verdachte, hetgeen onwenselijk is. Het verdriet en de boosheid van slachtoffers is voelbaar. Ook is het de vraag of het moment waarop het spreekrecht nu aan de orde komt, bijdraagt aan de verwerking voor het slachtoffer. Wanneer de verdachte wordt vrijgesproken door de rechtbank, dan zal dit pijnlijk zijn voor het slachtoffer.

Een tweefasenproces zou een oplossing kunnen zijn. Daarbij beoordeelt de rechter in de eerste fase of een verdachte schuldig is. In de tweede fase wordt bepaald welke straf of maatregel zou moeten worden opgelegd. In die tweede fase is dan ook ruimte voor het slachtoffer om de vordering tot schadevergoeding toe te lichten en gebruik te maken van het spreekrecht.

Spreekrecht tijdens tbs-verlengingszittingen

Ten onrechte wordt wel gedacht dat tbs een straf is. Tbs is geen straf, maar een maatregel. Een tbs-maatregel kan wel voelen als een straf, omdat iemand lang uit de samenleving verwijderd kan zijn en omdat de maatregel telkens met één of twee jaren verlengd kan worden.

Wanneer een tbs-gestelde richting een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel gaat, heeft diegene vaak een heel langdurig en intensief behandeltraject achter de rug. Tijdens een verlengingszitting wordt besproken hoe het gaat met de behandeling van de tbs-gestelde en ook wordt het gevaarscriterium besproken. Deze verlengingszittingen zijn voorbehouden aan (objectieve) deskundigen.

Gelet op het karakter van de tbs-maatregel moet worden betwijfeld of het gepast is dat slachtoffers zich kunnen uitlaten over eventuele bijzondere voorwaarden die moeten worden gekoppeld aan een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. Bovendien is de noodzaak niet helder, nu  deskundigen de wensen van slachtoffers in hun rapportages of adviezen kunnen meenemen. Ook kan de officier van justitie hierbij stilstaan tijdens het requisitoir.

Verplichte aanwezigheid verdachte

Nu is het zo dat een verdachte niet verplicht aanwezig hoeft te zijn ter zitting, tenzij de rechter vindt dat dit moet. De rechter kan beslissen dat een verdachte wel verplicht aanwezig moet zijn. De rechter kan dus maatwerk leveren.

In de nieuwe wet wordt de mogelijkheid voor rechters om maatwerk te leveren ingeperkt. Er komt een verschijningsplicht voor verdachten van ernstige zeden- of geweldsmisdrijven. Op deze manier wordt zeker gesteld dat het slachtoffer zijn spreekrecht kan uitoefenen in het bijzijn van de verdachte.

De vraag is ook wederom hoe de verschijningsplicht zich verhoudt tot de onschuldpresumptie. Een verdachte is onschuldig tot het tegendeel is bewezen en hoeft in beginsel niet mee te werken aan zijn of haar eigen veroordeling. In dat kader is hij in beginsel vrij om te beslissen of hij wel of niet aanwezig wenst te zijn ter zitting. Ook mag hij gebruikmaken van het zwijgrecht.

Soms komt het voor dat een verdachte dusdanig ernstige problematiek heeft, dat het onverstandig is om te verschijnen ter zitting. De verdachte is dan psychisch te kwetsbaar. Door middel van deze wetgeving wordt aan die belangen bijvoorbeeld voorbijgegaan.

De noodzaak voor de uitbreiding van de slachtofferrechten ontbreekt en leidt tot een zorgwekkende inperking van de rechten van een verdachte.

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Copyright 2020-2021 © actueelnieuws.org

logo

Tip de redactie!

Actueelnieuws.org werkt graag met jou samen aan mooie interviews en prikkelende artikelen. Heb je een tip of idee? Meld deze dan bij onze redactie.